Stripgeschiedenis

Bert Bus

Archie de man van staal, by Bert Bus (Sjors #3, 1974)
'Archie de man van staal' (Sjors #3, 1974).

Bert Bus was een Nederlands stripauteur wiens carrière liep van de late jaren 1940 tot en met de jaren 1980. De meeste van zijn reeksen verschenen in het stripblad Sjors en zijn opvolgers Eppo, Eppo Wordt Vervolgd en Sjors & Sjimmie Stripblad. Bus' carrière kan in Nederland uniek genoemd worden. Hij was de enige Nederlandse striptekenaar die meer dan 40 jaar in dienstverband aan zijn eigen stripcreaties kunnen werken, wat hem van een stabiel inkomen en pensioen verzekerde. Zijn reeksen wisselden elkaar af tussen sciencefiction en geschiedenis, en omvatten creaties als 'Olaf Noord' (1953-1957), 'Theban, de eerste wereldreiziger' (1957-1959), 'Cliff Rendall' (1963-1965)', 'Stef Ardoba' (1975-1982), 'Malorix' (1983-1985) en 'Russ Bender' (1986-1989). Bus wordt verder door een hele generatie stripliefhebbers herinnerd als tekenaar van de lokaal geproduceerde versie van de Britse strip 'Archie the Robot' (1971-1974). Bus rekende de Amerikaanse tekenaar Alex Raymond ('Flash Gordon') tot zijn belangrijkste invloeden voor zijn sci-fi werk, terwijl Hal Foster ('Prince Valiant') een voorbeeld was voor zijn historische strips. Zijn passie voor geschiedenis kwam ook tot bloei in zijn activiteiten als amateurarcheoloog in de regio Velsen.

Stef Ardoba by Bert Bus
Stef Ardoba - 'Opdracht in het verleden'.

Jonge jaren
Bert Bus werd op 19 juli 1931 in Santpoort geboren. Zijn scholing werd door de oorlogsjaren onderbroken en na de Bevrijding had de jongeman moeite om zijn hoofd bij het lesmateriaal te houden. Tegen die tijd had hij door het lezen van de romans van Jules Verne en boeken over het oude Egypte ook al een passie voor zowel sciencefiction als geschiedenis ontwikkeld.

De Spaarnestad
In 1947 bood de 16-jarige tekenaar zijn diensten aan bij de Haarlemse uitgeverij De Spaarnestad. Na een proefopdracht werd Bus ingehuurd als een assistent in de tekenstudio van de uitgever aan het Nassauplein in Haarlem. Zo begon zijn lange carrière bij deze uitgeverij die later deel zou uitmaken van het uitgeefconcern VNU. De studio voorzag illustraties, restauraties, belettering en ander productiewerk voor de bladen van De Spaarnestad, waaronder Libelle, Katholieke Illustratie en Panorama. Bus werkte aanvankelijk onder supervisie van studiochef Jacques Bouwman, die later werd opgevolgd door achtereenvolgens Frans Piët en Ab Schatorjé. Andere vroege huistekenaars waren Jan Giling en met name Nico van Dam, met wie hij een levenslange vriendschap sloot. Het team werd later vervolledigd door Ben Ruiters, Ruud Looman en Harry Balm. Het trio Bus, Van Dam en Balm werden later de langst dienende huistekenaars bij de VNU, die tot hun pensioen in de jaren 1980 en 1990 bij het bedrijf bleven.

Olaf Noord, by Bert Bus (1954)
'Olaf Noord' (Rebellenclub #36, 1953)

Olaf Noord
Bert Bus' eerste taak bestond uit het tekenen van patronen, puzzels en illustraties oor het damesblad Libelle. Hij volgde tussendoor avondcursussen om zijn tekenvaardigheden verder te ontwikkelen. Nadat hij tussen 1950 en 1952 zijn militaire dienstplicht had vervuld keerde hij terug naar de Spaarnestad Studio, waar hij aan strips voor de jeugdbladen begon te werken. De eerste hiervan was ruimtereiziger 'Olaf Noord', die in het Panorama supplement Rebellenclub werd gepubliceerd. De strip werd tussen september 1954 en 1957 voortgezet in Sjors, de opvolger van alle kinderbijlagen van De Spaarnestad (Rebellenclub, Grabbelton, Tombola). 'Olaf Noord' ging over een Amerikaanse piloot die door Venusianen ontvoerd wordt en allerlei avonturen in de ruimte beleeft. Bus had de strip thuis ontwikkeld en maakte hem aanvankelijk in zijn vrije tijd. Hij kreeg uiteindelijk de kans om zijn strips overdag in de studio te maken. De reeks bestaat uit vier verhalen van tussen de dertig en negentig pagina's in lengte. Het is één van de eerste Nederlandse sciencefictionstrips, al moet gezegd worden dat Auke Tadema het genre tijdens de jaren 1930 al in Nederland introduceerde.

Skokan by Bert Bus

Skokan, een slimmeling uit het jaar nul
Naast 'Olaf Noord' produceerde Bert Bus een gagstrip over het holbewonertje 'Skokan, een slimmeling uit het jaar nul'. Tussen 1955 en 1956 werden 37 gagstrookjes in Sjors gepubliceerd. De strip had zowel tekstballonnen als door redacteur Lou Vierhout geschreven teksten onder de prentjes. Bus verzorgde ook af en toe tekenwerk voor Carol Voges toen deze 'Sjors van de Rebellenclub' tekende. Tegen 1957 werd 'Olaf Noord' te moeilijk bevonden voor de lezertjes van Sjors en zodoende probeerde Bus zijn geluk uit met een historische serie.

Theban by Bert Bus

Theban, de eerste wereldreiziger
Dit werd 'Theban, de eerste wereldreiziger' (1957-1959), een mengeling van geschiedenis, mythologie en fictie. Het 104 pagina's tellende verhaal vertelde de avonturen van Theban, een Dorische Griek die zo'n 1000 jaar voor Christus leefde. De held reist naar de toenmalig bekende locaties van de wereld waar hij allerlei gevaren tegenkomt, van zeemonsters tot de Minotaurus. De tekenaar verklaarde later dat hij zich een beetje schaamde voor alle historische onjuistheden in deze strip. In zijn latere historische strips verdubbelde hij zijn gebruik van documentatie en hield altijd de educatieve waarde van zijn werk in de gaten.


'Cliff Rendall' (Sjors #22, 1964)

Cliff Rendall
'Theban' liep tot het blad Sjors in 1959 een nieuwe stijl kreeg. Bus maakte toen drie zelfstandige verhalen: 'De Brug in het Oerwoud' (1960-1961), een experiment met de Klare Lijn, en de historische avonturen 'De Gouden Kraag' (1962) en 'De Slavenkoopman van Pompeï' (1963). Hij keerde met twee lange avonturen van 'Cliff Rendall' (1963-1965) terug naar sciencefiction. Bus was sinds 'Olaf Noord' duidelijk gegroeid in zijn vermogen een geloofwaardige sciencefictionreeks te maken. Fans prezen de gedetailleerde tekeningen van de technische apparatuur en de verhaaltechnische focus op het menselijke aspect. De reeks was ook opmerkelijk omdat ze een gelijkwaardig belangrijke en heroïsche rol aan het vrouwelijke personage Shena gaf, wat vrij ongewoon was voor die tijd.

Lance Barton by Bert Bus
'Lance Barton' (Sjors #12, 1967).

Andere strips
'Cliff Rendall' werd gevolgd door een stripbewerking van Mark Twains 'Huckleberry Finn' (1965-1966) en erna door nog een sciencefictionreeks, de epische trilogie 'De banneling van Nimmorac' (1967-1968) met de held Lance Barton in de hoofdrol. Terwijl bijna alle strips van Bert Bus realistisch waren schreef hij ook jarenlang de kinderstrip 'Woep en Wap' voor zijn vriend Nico van Dam. De reeks liep van september 1958 tot maart 1966 op de achterflap van het vrouwenweekblad Rosita.

Nancy Drew by Bert Bus
'Nancy Drew' (Tina, 1969).

Tina
Bert Bus is verder historisch belangrijk als de eerste Nederlandse tekenaar voor het meidenblad Tina, dat toen nog steeds een vertaling van het Britse blad Princess Tina. Zijn eerste reeks was een tekststrip gebaseerd op de Amerikaanse kinderboekenreeks 'Nancy Drew' (1969) door een collectief ghostwriters onder de naam Carolyn Keene. Zijn tweede en laatste strip voor het blad was het sciencefictionverhaal 'Jola en de Ruimterace' (1970). Tina's focus op originele strips nam tijdens de jaren 1970 toe, toen auteurs als Andries Brandt en Patty Klein prominente medewerkers werden.

Jola by Bert Bus
'Jola en de ruimterace' (Tina #22, 1970).

Archie de robot
Hij keerde in 1971 terug naar Sjors om een gemoderniseerde versie van de oorspronkelijk Britse strip 'Archie the Robot' door E. George Cowan en Ted Kearon te tekenen. De strip verscheen sinds 1963 in Sjors onder de titel 'Archie, de Man van Staal'. De Nederlandse versie (1971-1974) werd gelanceerd nadat Archie's Britse thuisblad Lion de strip had beëindigd. Bus werkte aan tien actievolle avonturen met de stalen man, zijn twee menselijke vrienden en hun toren die door de tijd kon reizen. Het was aanvankelijk een gezamenlijk project door Bus, Van Dam en Balm, terwijl de plots nog steeds op oude Britse verhalen gebaseerd waren. Bus maakte de strip later geheel zelf, de laatste twee verhalen in samenwerking met Tina-redactrice Fenna Ridderbos. In 1973 werd er een boekcollectie met twee van Bus' verhalen onder het Amsterdam Boek label uitgebracht. Oberon publiceerde alle verhalen van de auteur in negen boeken die tussen 1980 en 1982 werden uitgebracht.

Archie by Bert Bus
Archie - 'De terugkeer van Kruls'

Stef Ardoba
Bert Bus' laatste creatie voor Sjors was 'Stef Ardoba' (1975-1982), een reeks over een journalist, met veel aandacht voor tijdreizen. Bus kon hierdoor zijn twee specialiteiten combineren en verhalen maken die zich zowel in het verleden en de toekomst afspeelden. Zijn belangrijkste inspiratiebron was de populaire wetenschapsliteratuur uit die tijd, waaronder de hypothetische werken over buitenaardse invloeden op vroege menselijke cultuur door Erich von Däniken en Peter Kolosimo. 'Stef Ardoba' werd in Eppo verdergezet, de voortzetting van de jeugdbladen Sjors en Pep. Tegen die tijd was de studio aan het Nassauplein opgeheven en werkte Bert Bus in de kantoren van VNU's stripdivisie Oberon. De laatste twee verhalen van 'Stef Ardoba' werden door Eppo-redacteur Kees Vuik geschreven.

Malorix by Bert Bus
'Malorix'

Malorix / Russ Bender
Voor zijn nieuwe historische reeks 'Malorix' (1983-1985) richtte Bert Bus zich op de Friese regio (thans de provincies Friesland en Noord-Holland) als deel van het Romeinse Rijk tijdens de vroege dagen van de christelijke periode. Deze "goed-gedocumenteerde fantasie" of "geromantiseerde geschiedenis" vertelt het verhaal van de veldslag tussen de Romeinen en Friezen rond het Castellum Flevum nabij Velsen. De auteur haalde veel van zijn inspiratie uit zijn werk als amateurarcheoloog in de regio Velsen en hij deed zijn best om een historisch accurate voorstelling van kledij, landschappen en gebouwen te geven. In 1985 kreeg de kunstenaar een ongeluk en kon enkele maanden niet werken. Hij keerde terug in de pagina's van Eppo Wordt Vervolgd en daarna Sjors & Sjimmie Stripblad met de sci-fi trilogie 'Russ Bender' (1986-1989), over een gevechtspiloot van de Amerikaanse marine. De kunstenaar werkte de laatste jaren van zijn carrière vanuit huis.

Russ Bender by Bert Bus
'Russ Bender' (Sjors & Sjimmie Stripblad #17, 1988).

Trigië
Bert Bus staat verder bekend om de geschilderde coverillustraties die hij maakte voor de Nederlandse albumuitgaven van de Britse stripreeks 'Trigië', getekend door Don Lawrence. De tekenaar ging begin 1990 vroegtijdig met pensioen, deels vanwege een reorganisatie van Sjors & Sjimmie Stripblad. Zodoende kwam na veertig jaar een einde aan zijn carrière als stripauteur. Zijn enige project buiten de Spaarnestad/Oberon bladen was zijn bijdrage tot het sciencefictionblad Essef, dat door Raymond Donkersloot uitgegeven werd. Onder het pseudoniem Max Mutesius maakte Bus de erotische strip 'De Vechters van Shar-Yaban' (1977-1979).


'De Vechters van Shar-Yaban' (Essef #8).

Latere publicaties
Toen Oberon in 1976 zijn zwart-wit stripboekcollectie lanceerde werden de meeste van Bert Bus' vroege reeksen eindelijk in boekformaat uitgebracht. Uitgeverij De Lijn bracht in 1984 één volume uit van een 'Bert Bus Bibliografie', waarin al zijn 'Olaf Noord' verhalen verzameld werden. Herdrukken van 'Malorix' en 'Russ Bender' die na zijn pensioen werden uitgebracht maakten hem een frequente gast op signeersessies op tripfestivals.

Erkenning
Samen met zijn ex-studiocollega's Harry Balm en Nico van Dam werd Bert Bus op 23-24 oktober 2004  tijdens de Stripdagen in Alphen aan de Rijn de Bulletje & Boonestaakschaal uitgereikt voor zijn bijdragen tot de Nederlandse stripindustrie. Sinds hun pensionering hebben Bus en Van Dam hun tijd voornamelijk aan de Archeologische Studiegroep Velsen besteed. Het duo was nauw betrokken bij de opgraving van het Romeinse fort Velsen. Ze werden op 29 april 2010 vanwege hun archeologische werk tot de Orde van Oranje-Nassau geridderd. Bus kreeg deze onderscheiding tevens voor de educatieve waarde van zijn strip 'Malorix'. De boekuitgave van 'Malorix' uit 1998 door Big Balloon in samenwerking met het Archeologische Museum Haarlem, evenals de heruitgaven door Amor Vincit Omnia uit 1996, 2008 en 2011 zijn vaak als lesmateriaal in scholen gebruikt.

Dood
Bert Bus overleed in de nacht van 27 op 28 augustus 2017 op 86-jarige leeftijd.

Lambiek zal Bus altijd dankbaar zijn voor de illustratie van de letter "O" in de encylopedie 'Wordt Vervolgd - Stripleksikon der Lage Landen', uitgegeven in 1979.

Nico van Dam en Bert Bus
Nico van Dam en Bert Bus, werkend aan 'Woep en Wap'.

Engelse biografie in de Comiclopedia

Register van tekenaars

(Tekst door Bas Schuddeboom)