Stripgeschiedenis
Harmsen van Beek
Flipje en zijn vriendjes
Eelco Martinus ten Harmsen van der Beek (8 oktober 1897 - 24 juli 1953), die vaak signeerde met kortweg Harmsen van Beek, neemt met zijn reclamestrip 'Flipje, het fruitbaasje van Tiel' een bijzondere plaats in in de Nederlandse stripwereld. Al op 17-jarige leeftijd leert hij zijn toekomstige echtgenote Freddie Langeler kennen op het strand van Wijk aan Zee. Tegen de wil van zijn ouders studeert hij later op de Rijksschool voor Kunstnijverheid en op de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam.
'De droom van Jantje', een uitgave van zeepfabriek De Klok uit Heerde (jaren '20)
Harmsen van Beek en Freddie Langeler hebben vaak samengewerkt. Langeler hield zich voornamelijk bezig met illustraties voor boeken en tijdschriften, terwijl Harmsen van Beek zich op commerciele opdrachten toelegde. Samen werkten ze mee aan veel tijdschriften uit de jaren '20 en '30, zoals Van Houten's Kinderkrant, Kiekeboe en bladen voor spaarbanken en dergelijke.
Strip uit Van Houtens Kinderkrant, uit 1927
In het begin van de jaren dertig ging Harmsen van Beek in opdracht van de jamfabriek "De Betuwe" te Tiel van start met een (tekst)strip. Tielsch Flipje, zoals hij werd genoemd, was ontworpen door reclamebureau Van Alfen en verwierf zich wijd en zijd een zo grote bekendheid dat hij een begrip werd voor jong en oud. De strip vormt geen doorlopend verhaal, maar bestaat uit op zichzelf staande episodes, die in losse stroken, zogenaamde filmpjes, van elk tien plaatjes in beeld werden gebracht. De tekst wordt gevormd door vierregelige versjes onder elk plaatje. Te beginnen met serie 10 gaat Harmsen van Beek incidenteel, maar in toenemende mate, gebruik maken van tekstwolkjes in de tekeningetjes, naast de versjes en nooit in plaats van.
De geboorte van Flipje: een goede fee betovert een framboos
Aanvankelijk verscheen de strip in 47 series van elk acht filmstroken die verkrijgbaar waren bij de aankoop van "Betuwe"-producten en die bedoeld waren om afgedraaid te worden in een zogenaamde Flipposcoop. Daarvan hebben twee versies bestaan: een blauwe versie van vóór de oorlog en een rode versie van na de oorlog.
Naast Flipje maakt Harmsen van Beek voor en na de oorlog, samen met zijn echtgenote voor de Gelderse Electiciteits Mij. de strip 'Kootje en Pietje' (over twee konijnen). Tijdens de oorlog had het paar moeilijkheden met het vinden van werk, omdat ze zich niet wilden aansluiten bij de Kultuurkamer.
In 1948 overleed Freddie Langeler, waarna Harmsen van Beek zich volledig op zijn werk stortte. In de jaren 1947-1953 verzorgde hij voor een Engelse krant de illustraties bij de verhalen van 'Noddy' van de bekende schrijfster Enid Blyton. Door dit succes wilde hij ook 'Flipje' in Engeland introduceren. De Betuwe gaf daar echter geen toestemming voor en uiteindelijk verbrak Harmsen van Beek de samenwerking. Hij overleed zes dagen later.
De vermaarde "Flipposcoop"