Stripgeschiedenis

Rein van Looy

Dick Parker by Rein van Looy
'Dick Parker - Het Geheim van de Roestige Spijker'

Rein van Looy (Hilversum, 14 januari 1910 - Amstelveen, 1994) was een Nederlands illustrator die o.m. kinderboeken illustreerde. Hij staat vooral bekend om zijn illustraties voor de reeks 'Pinkeltje' door Dick Laan en Jaap ter Haars kinderboekenreeksen 'Ernstjan en Snabbeltje' en 'Saskia en Jeroen'. Hij werkte voor uitgevers als Van Holkema & Warendorf in Houten, Kluitman in Alkmaar en A.W. Bruna Uitgevers in Amsterdam. Als stripauteur is hij alleen "bekend" van 'Dick Parker. Het Geheim van de Roestige Spijker' (1951), een parodie op de gewelddadige en daarom controversiële "beeldromans" die tijdens de late jaren 1940 en vroege jaren 1950 populair waren. De ironische verhaallijn werd door de legendarische schrijver Godfried Bomans geschreven. 


Illustratie door Van Looy voor de Nederlandse editie van 'Huckleberry Finn'.

Jonge jaren en vroege illustratiecarrière
Hij werd in 1910 in Hilversum geboren als Reindert Johannes Cornelis van Looy. Tijdens de jaren 1930 tot en met de jaren 1970 was Van Looy één van Nederlands prominentste kinderboekillustratoren. Tot zijn eerste werken behoorden de illustraties voor fietsboek 'De Berg M' (1935) door Dick Laan, 'De Smokkelgang van Slot Hohenheim' (1936) door Westerman Elmenhorst, 'Jongens van de Evenaar' (1936) door Walter Tomson en diverse andere avonturenboeken voor jongens. In 1940 illustreerde hij de 'De Grote Tovenaar van Oz', de eerste Nederlandse vertaling van L. Frank Baums 'The Wonderful Wizard of Oz' (1900) door Hendrik Scholte. Van Looy haalde zijn inspiratie eerder uit de filmversie uit 1939 dan van W.W. Denslows illustraties uit de eerste Amerikaanse editie. Hij maakte verder illustraties voor de Nederlandse edities van Jonathan Swifts 'Gulliver's Travels' (J.H. Gottmer & Co., 1940) en Mark Twains 'Tom Sawyer' en 'Huckleberry Finn' (De Sleutel, 1946).

Gezien Van Looy's opdrachtgevers tijdens de jaren 1930 en 1940 nogal stichtelijk waren gebruikte hij het pseudoniem "Tanner" voor zijn meer "vulgaire" werk. Bij uitgever A.W. Bruna in Amsterdam ontwierp hij vele covers voor misdaadromans van Hans van der Kallen, beter bekend als Havank. Hij was ook een mentor voor de zoon van de uitgever, Dick Bruna, die veel van Havanks latere boeken rond 'De Schaduw' zou ontwerpen en later wereldberoemd werd met de kinderboekenreeks 'Nijntje'.


'Leven en lotgevallen van Z.M. Koning Kiliko - De Koning der Kikkers'

Strips
Een van de weinige bekende strips van Rein van Looy is een 32 pagina's tellend boekje van 32 x 22 cm, dat als premie bij het Amstelveense weekblad De Boschrand werd weggegeven. Het is ongedateerd, maar stamt waarschijnlijk uit de jaren 1950. Het zeer obscure 'Leven en lotgevallen van Z.M. Koning Kiliko - De Koning der Kikkers' gaat om een kikkerkoning, die met zijn volgelingen protesteert tegen de aanleg van een stadspark, waardoor sloten en weiden zullen verdwijnen. Het verhaal verwijst duidelijk naar het Amsterdamse Bos, dat tussen 1930 en 1970 werd aangelegd. In de openingsstrook wordt rechtstreeks gerefereerd naar de roeiwedstrijden op de nieuwe "Boschbaan". Gezien het gebruik van oude spelling in het tekenwerk, kan het verhaal oorspronkelijk gemaakt zijn in 1937, het jaar waarin de Bosbaan in gebruik werd genomen. Het boekje is echter van een later datum, aangezien de ondertekst is geschreven in de moderne spelling van na 1947.


'Het Geheim van de Roestige Spijker'.

Dick Parker
Het andere uitstapje van Van Looy naar het stripmedium is 'Dick Parker - Het Geheim van de Roestige Spijker', een parodie op Alfred Mazure's 'Dick Bos' beeldromans, geschreven door auteur en columnist Godfried Bomans. 'Dick Parker' was de tweede strip gebaseerd op een script van Bomans, na de krantenstrip 'De Avonturen van Pa Pinkelman' (1946-1952) met tekeningen van Carol Voges. Destijds waren 'Dick Bos' en andere beeldromans buitengewoon populair onder kinderen en tieners. Moraalridders bekritiseerden deze verhalen echter omdat ze hen als gewelddadige pulp beschouwden die de jeugd ontmoedigden "echte" romans te lezen. De mediastorm was zo buitengewoon dat strips een sociaal stigma kregen waarvan ze in de volgende decennia amper herstelden. Zoals gewoonlijk nam Bomans een eerder lichtvoetige en ironische attitude tegenover de heksenjachten en heisa aan. 'Dick Parker' volgt de "grote detective Dick Parker" in een "educatief en onderbouwd beeldverhaal". Het verhaal steekt van wal met Parker die gevraagd wordt "opnieuw een moordmysterie te onderzoeken" dat zijn collega's niet kunnen oplossen "omdat ze idioten zijn." Doorheen het verhaal verwijst Bomans af en toe naar personages en situaties uit niet-bestaande "vorige afleveringen". Het lijkenaantal, de actiescènes en het geweld worden op de meest belachelijke manier voorgesteld. Parker is blijkbaar in staat om vanuit een rijdend voertuig door het venster van een rijdende trein te springen. Zelfs tijdens gevechten raakt hij nooit ernstig gewond, ondanks het feit dat hij met een pikhouweel geslagen wordt! Alhoewel de toon humoristisch is, beeldt Van Looy het geweld veel gruwelijker uit dan in de originele 'Dick Bos' verhalen. We zien bloedende lijken en in één zeer enge scène wordt een man in twee gehakt, waarbij we zijn skelet en ingewanden kunnen zien. De strip werd voorgepubliceerd in Elsevier en later verzameld in Bomans' boek 'Capriolen' (1953), maar later uit herdrukken verwijderd omdat 'Dick Bos' tegen die tijd aanzienlijk gedateerd was geworden. Een vreemde beslissing, gezien het verhaal perfect genietbaar is, ongeacht of men vertrouwd is met het oorspronkelijke parodiedoelwit. 


Havank covers door Tanner.

Pinkeltje
Van Looy illustreerde tijdens de jaren 1950, 1960 en 1970 ook de meeste titels in Dick Laans kinderboekenreeks rond de kabouter Pinkeltje. Het eerste boek verscheen in 1939 bij Van Holkema & Warendorf en bevatte illustraties door Dokie van Amstel. De herdruk uit 1948 bevatte tekenwerk door Eelco Marinus ter Harmsen van der Beek, terwijl het tweede en derde boek geïllustreerd werden door respectievelijk Froukje van der Meer en Harmsen van Beek. Van Looy werd vanaf de vierde titel, 'Pinkeltje in Artis' (1952), de reguliere tekenaar en bleef ook tijdens de rest van Dick Laans carrière de vaste illustrator.

Naar het schijnt was Dick Laan (aanvankelijk) echter niet zo tevreden over de illustraties. In 'Pinkeltje en het Grote Huis' (1953), het tweede boek met illustraties door Van Looy, schreef hij deze passage neer:

"Waarom tekenen die malle tekenaars me aldoor verkeerd?", riep Pinkeltje. "Ik denk," zie mijnheer Dick Laan, "omdat die tekenaars je nooit echt hebben gezien." "Maar jij hebt me toch gezien," zei Pinkeltje, nog aldoor erg boos. "Ja, Pinkeltje," zie mijnheer Dick Laan weer, "ik vind het ook niet leuk, maar die meneer die de boekjes laat drukken, heeft me de tekeningen niet eerst laten zien."

Als deze opmerkingen zonder ironie werden neergepend mogen we hopen dat de schrijver Van Looys werk later wel kon waarderen, gezien de man Laans vaste illustrator is gebleven.


Pinkeltje op zoek naar Klaas Vaak (1954).

Tijdens de samenwerking tussen Laan en Van Looy veranderde in de boeken de locatie van Nederland naar het fictieve Pinkeltjesland en werden nieuwe personages zoals Pinkeltje's vrouw Pinkelotje en de wolkenman Wolkewietje geïntroduceerd. Laan schreef in totaal 29 boeken, waarvan 26 met tekeningen van Van Looy. Het laatste boek met tekeningen van Van Looy verscheen in 1977, vier jaar na Laans overlijden. Toen Harrie Geelen in 1978 een bioscoopfilm rond 'Pinkeltje' maakte schreef Geelen's vrouw Imme Dros ook een boek dat op de film gebaseerd was. Van Looy voorzag ook dit werk van tekeningen. Sinds de jaren 1980 hebben verschillende schrijvers nieuwe 'Pinkeltje' verhalen geschreven, geïllustreerd door tekenaars als Dagmar Stam, Julius Ros, Wilbert van der Steen en Arne van der Ree. Jan Huizinga schilderde in 1959 drie stripboeken die op verhalen van Laan gebaseerd waren.

Jaap Ter Haar en andere auteurs
Van Looy illustreerde bij Van Holkema & Warendorf ook diverse boeken van Jaap ter Haar, waaronder negen over de tweelingen 'Saskia en Jeroen' (1955-1971) en nog eens negen over 'Ernstjan en Snabbeltje' (1958-1960), een reeks over de vriendschap tussen een jongetje en een eend. Beide reeksen waren oorspronkelijk radiohoorspelen die op de NCRV werden uitgezonden. Andere opmerkelijke boeken die door Van Looy werden geïllustreerd waren heruitgaven van 'Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen' (1952) en 'De A.F.C.-ers' (1959) door J.B. Schuil, evenals de 'Tuffy' boeken (1961-1962) van Jaap ter Haar. Van Looy werkte verder ook voor het NRC Handelsblad en tijdschriften als De Vrouw En Haar Huis, Elseviers Weekblad en Kris-Kras. In 1965 werd hij artistiek directeur van Reader's Digest.

Rein van Looy overleed in 1994 in Amstelveen.

Dick Parker by Rein van Looy
Het Geheim van de Roestige Spijker

Engelse biografie in de Comiclopedia
Register van tekenaars

Lees het volledige 'Dick Parker' verhaal op stripmakerdesvaderlands.nl

(Tekst door Bas Schuddeboom)