Joost Pollmann

Joost Pollmann (1957) organiseerde tien edities van de Stripdagen Haarlem, publiceerde meerdere essaybundels en schrijft sinds 1998 over strips voor de Volkskrant. Hij geeft in binnen- en buitenland lezingen over tekenkunst en beeldcultuur. Read more

Valse bescheidenheid

 Chris Ware heeft een monster gebaard. Deze Amerikaanse stripmaker, die als geen ander een air van bescheidenheid cultiveert, brengt een monumentaal boek op de markt dat vier kilo weegt, 60 centimeter hoog is en 59 euro kost. Het heet 'Monograph' en blikt terug op Ware´s kunstenaarschap in de afgelopen dertig jaar. Valse bescheidenheid, dus.

En gelijk heeft hij, want niemand is zo origineel als Ware en zo invloedrijk binnen zijn eigen branche. Hij ontwierp tientallen covers voor The New Yorker en publiceerde langlopende stripverhalen in zowel het New York Times Magazine als de The Guardian, dus Ware is op z'n zachtst gezegd populair bij de kwaliteitspers.

Eind jaren tachtig werd hij opgemerkt door Art 'Maus' Spiegelman, die hem uitnodigde bijdragen te leveren aan zijn baanbrekende tijdschrift RAW. In rap tempo vestigde Ware vervolgens zijn faam, met het in losse afleveringen verschenen meesterwerk 'Jimmy Corrigan, the smartest kid on earth'. Hierin etaleerde hij al meteen een paar van zijn handelsmerken: de minderwaardigheidscomplexen van zijn personages, het heen en weer springen in tijd en ruimte, geraffineerde typografie en een speelse omgang met de formats waarin zijn verhalen verschijnen. Een terugkerende verschijning daarin is de karikatuur van de auteur zelf: hoog voorhoofd, dun mondje, bril met stalen montuur.

Je moet van Ware geen standaard-strips verwachten. Zijn vorige opus was 'Building Stories', bestaande uit een doos met daarin 14 boeken en boekjes die samen een eigen universum vormen, met een manke bloemenverkoopster als centrale figuur. In welke volgorde je een en ander moet lezen wordt er niet bij verteld, in deze postmoderne roman mag je dwalen waar je wilt, bouw zelf je verhaal! Vanwege de complexiteit van Ware´s werk vergelijken Amerikanen hem graag met James Joyce, maar vanwege de narratieve kronkels is Italo Calvino is misschien raker.

In 'Monograph' is een spread opgenomen met Ware's naaktstudies, waar hij laat zien dat hij het menselijk lichaam heel academisch en klassiek kan neerzetten. Een groter contrast met zijn strips is moeilijk denkbaar, want hierin stappen simplistische figuurtjes door verhalen die als een precisie-uurwerk zijn geconstrueerd. Opzienbarend in 'Monograph' zijn ook de vele schaalmodellen van huizen die Ware door de jaren blijkt te hebben gebouwd. Deels om het knutselplezier, maar ook vanwege het nut dat deze maquettes hebben voor het construeren van zijn strips, waarin je dwars door de muren van getekende kamers naar andere tijden en andere personages ('other voices, other rooms') kunt kijken.

Ware (1967) is geboren in Omaha, Nebraska, studeerde in Austin, Texas en woont in Chicago, Illinois. Om die reden noemt hij zichzelf een 'midwestern cartoonist', die zich verre houdt van de metropolen aan de oost- en westkust. Wat hij gemeen heeft met die andere kampioen van de Amerikaanse stripkunst, Robert Crumb, is nostalgie naar vooroorlogse tijden en een afkeer van het moderne leven: het is geen toeval dat ze allebei banjo spelen. Ze hebben ook een zekere zelfhaat gemeen. In het oeuvre van Chris Ware is een speciale rol weggelegd voor de kleine lettertjes die, weggestopt in zijn boeken, ironisch commentaar leveren op de auteur zelf. Helemaal achterin 'Monograph' staat dit zinnetje: "Mijn dank (en verontschuldigingen) gaan uit naar jou, wie je ook bent, dat je tijd en geld hebt willen steken in het bovenmaatse kunstboek van een emotioneel beschadigde striptekenaar uit de Midwest."

Chris Ware, 'Monograph', Rizzoli International Publications, ISBN 978-0-8478-6088-3, 4 sterren, € 59,90. Met een inleiding van Art Spiegelman en Françoise Mouly.


published: 20 January 2018