Joost Pollmann

Joost Pollmann (1957) organiseerde tien edities van de Stripdagen Haarlem, publiceerde meerdere essaybundels en schrijft sinds 1998 over strips voor de Volkskrant. Hij geeft in binnen- en buitenland lezingen over tekenkunst en beeldcultuur. Read more

Poppy: geen subtiele sluipschutterij

Moordmakelaar. Een beroepsaanduiding die je niet vaak op visitekaartjes tegenkomt, maar in de berichtgeving rond de liquidatie van Peter R. de Vries duikt het woord geregeld op. De kwalificatie 'moordmakelaar' is ook zeer van toepassing op de hoofdrolspeler van de graphic novel Poppy, die al meteen opent met een bloedbad: er zijn 99 kogels nodig om zes personen om te leggen. En daar hoort een geluid bij: "Pop! Pop! Pop! Pop!"

Hanco Kolk (1957) is de tekenaar en schrijver van dit macabere stripboek, deel vier deel in de reeks Meccano waarmee hij al sinds de jaren negentig furore maakt. Naast de meer mainstream stripseries Gilles de Geus en S1ngle produceert Kolk eens in de zoveel jaar een maatschappijkritische satire over het naar Monaco gemodelleerde vorstendommetje Meccano, waar "het leven wordt beheerst door hebzucht, hedonisme en opportunisme". Maar het landje dat centraal staat in het nieuwe boek doet eerder denken aan Dubai, toevluchtsoord voor criminelen en megarijken. We maken er kennis met Abdul Acné, die steevast met een zwart balkje voor zijn ogen wordt afgebeeld. Acné runt vanuit de woestijnstaat een lucratieve hash- en cokelijn tussen Marokko en Nederland, en heeft als het verhaal begint net een Colombiaans kartel laten uitmoorden. "Pop! Pop! Pop! Pop!" Hij is in zijn nopjes en heeft het gevoel eindelijk mee te tellen in het wereldje van drugsbarons en huurmoordenaars. In Meccano is hij niet de enige maffiabaas, want hij moet zich meten met de Kinahan-broers, Don Eduardo do Figueroa en vooral Raffaele Imperatore, de bloeddorstigste van allemaal. Deze heren verplaatsen zich over straat met een escorte van bodygards die een vlezige haag vormen rondom hun immer bedreigde bazen. Sommigen kiezen een lijfwacht die bestaat uit sumo-worstelaars, anderen omringen zich met gangsta-rappers, Abdul Acné gaat verscholen achter een carré van speknekken in geruite maatpakken: wie het breed heeft, laat het breed hangen.

In Poppy is een concurrentiestrijd gaande tussen de maffiosi, die pochen over de hoeveelheid liters bloed die ze laten vloeien. Zelf schieten ze niet, dat laten ze over aan professionals, en Kolk brengt overtuigend in beeld hoe die beroepslui eruit zien. Hitman Raoul lijkt op acteur Hugo Weaving, die de ijskoude Agent Smith in The Matrix speelde. De accountant die bij Acné op bezoek komt om hem voor te rekenen wat de liquidatie van Raffaele Imperatore gaat kosten (ruim 148 miljoen euro) is zo mogelijk nog stoïcijnser: saai van buiten, meedogenloos van binnen. Maar de belangrijkste figuur, die pas in de loop van het verhaal naar de voorgrond treedt en haar naam aan het boek heeft gegeven, Poppy dus, is een huurmoordenares van het oude stempel. Met een verwijzing naar de afrekeningen in het circuit van de Mocro Maffia laat Hanco Kolk haar zeggen: "Ze willen geen subtiele sluipschutterij meer. Te weinig bloed, te weinig terreur en publiciteit. Ze huren tegenwoordig liever wat kogelsproeiers in die in het rond knallen. En dan het liefst overdag, met zoveel mogelijk getuigen."

De Abdul Acné die aanvankelijk nog zelfverzekerd door het boek huppelde, valt later ten prooi aan lusteloosheid en depressie. Het zwarte balkje voor zijn ogen verdwijnt en wat resteert is een ongeschoren en ongekamde parodie op de figuur Ridouan Taghi, die in een verduisterde kamer televisie zit te kijken, wachtend op het einde (waarvan hijzelf niet weet dat het komen gaat). De moordmakelaar is stripfiguur geworden.

Joost Pollmann

'Meccano: Poppy', Hanco Kolk, Uitgeverij de Harmonie, € 20, 4 sterren.


published: 18 June 2022