Stripgeschiedenis
Jordaan
Leendert Jurriaan Jordaan (30 december 1885 - 1980) studeerde aan de Gemeentelijke Kweekschool voor Onderwijzers, aan de Industrie School en de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten, allemaal gevestigd in Amsterdam. Jordaan, tekenaar van politieke prenten, karikaturist en illustrator woonde en werkte in Amsterdam en sinds 1960 in Zelhem.
Het Leven in Karikatuur
In 1911 gaat Jordaan voor Het Leven de vaste rubriek 'Het Leven in Karikatuur' verzorgen. In deze rubriek, die af en toe de vorm van een stripverhaal heeft, behandelt Jordaan de gebeurtenissen uit de actualiteit. Het werk staat stijf van de zinnebeelden, zoals de oude Griekse God Mars, de Franse haan, e.d. De strekking is over het algemeen voor onze huidige begrippen nogal moraliserend. Vooral als hij zijn stokpaardjes behandelt: het bolsjewisme, het anarchisme en iedere poging om de emancipatie van de vrouw te doen slagen kunnen rekenen op zijn spot.
Oorlogsstrip van Jordaan uit 1917
Hij maakte spotprenten voor: De Notenkraker (1909-1927), De Ware Jacob (1904-1910), De Nieuwe Amsterdammer (1910-1911), De Wereld (1911-1913), Het Leven, en later in de Groene Amsterdammer, Het Parool en Vrij Nederland. Direct na de oorlog verscheen van Jordaan het indrukwekkende prentenboek 'Nachtmerrie over Nederland, een herinneringsalbum', een uitgave van De Groene Amsterdammer.
Uit: Nachtmerrie over Nederland, een herinneringsalbum:
"Geen liefhebbers"
"Men liep in Nederland. De fietsen raakten op of werden gestolen, het verkeer nam af, benzine was er niet meer - maar er was de N.S.B.-taxi. De taxi voor de N.S.B.-functionarissen, en in overdrachtelijke zin, de taxi door het maatschappelijk leven voor iedereen, die maar lid wilde worden van de Beweging. De bolle ballon van de Duitsche bescherming deed het wagentje wel rijden. Maar men paste, hooghartig of verdrietig of angstig, of ernstig... men paste."
"Nec lusisse pudet, sed non incidere ludum"
Engelse biografie in de Comiclopedia
Leendert Jordaan (Het Leven, 1917)
De tekenaar zelf in het laatste plaatje uit zijn serie 'Het Leven in Karikatuur' uit 1933. Met als subtitel 'De Nationale Ramp', over het verliezen van Nederland-België (2-4).