Stripgeschiedenis
Disney in Nederland
De Nederlandse strip stond uiteraard bloot aan tal van buitenlandse invloeden. Mochten aan het begin van de eeuw nog Europese tekenaars als Wilhelm Busch, Benjamin Rabier en Rodolphe Töppfer het beeld bepalen (zie Daan Hoeksema), dan wordt in de jaren '30 Walt Disney de toonaangevende inspiratiebron.
De krantenstrip van 'Mikkie Muis' (getekend door Floyd Gottfredson), verschijnt vanaf 2 oktober 1931 in de Telegraaf. De strip is enkele jaren daarvoor in Amerika gestart, naar aanleiding van de succesvolle tekenfilms die Walt Disney vanaf 1928 met deze vrolijke muis heeft gemaakt.
(klik voor een grotere versie)
In dit eerste avontuur bezoeken onze helden een zigeunerkamp. Het is een vertaling van de strip die op dat moment in de Amerikaanse kranten loopt, 'Mickey Mouse and the Gypsies'. De Nederlandse lezers vallen midden in het verhaal dat Floyd Gottfredson op 20 juli in de Amerikaanse kranten is gestart. De hoofdrolspelers Mikkie, Miepsie, Arabella en Bleskop leren we pas na de oorlog kennen als Mickey, Minnie, Clarabella (Koe) en Karel (Paardepoot).
Deze strip is ook in Nederland meteen een grote hit, en wordt dan ook veel gebruikt voor reclame-doeleinden, van hagelslag tot biscuit. Uiteraard wordt de strip ook in boekvorm uitgegeven.
Door de uitvinding van de borduurmachine worden patches als reclamemateriaal in die tijd voor de fabrikant betaalbaar. Ook 'Mikkie Muis' wordt ingezet om de verkoop van tabakswaren (Turmac?) een extra stimulans te geven.
Verder maakt Mickey ook reclame voor chocoladerepen met arachides-noten.
De ster van Disney als striptekenaar is onbetwist (alles is tenslotte zwierig gesigneerd met zijn handtekening) en dat wordt alleen nog maar versterkt met de komst van de allereerste avondvullende tekenfilm, 'Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen', in 1938. De film was in Amerika al in het jaar ervoor in première gegaan, maar door allerhande rechtszaken was de release van de film in Nederland, in een vertaling van Max Tak, uitgesteld.
Hierboven staat het programmaboekje van biosccop Nöggerath, en een tabaksadvertentie waarvoor Sneeuwwitje is ingezet. Hieronder een gekleurde plaat die de bezoekers van de film bij de bioscoop Nöggerath meekregen.
De landelijke pers besteedde ruim aandacht aan Disney's eerste meesterwerk. Oorspronkelijk stond het vakmanschap van de kunstenaar centraal, maar meer en meer werd de aandacht verlegd naar de filmkeuring die deze film toegankelijk achtte voor 14 jaar en ouder. De maker, evenals de distributeur R.K.O., protesteerden heftig tegen dit besluit en dreigden een volgende Disney-film niet meer te zullen nasynchroniseren. Na buitensporig knipwerk, waarbij vrijwel alle klassieke passages met de heks sneuvelden, mochten ook jongere kinderen de film bekijken.
Uiteraard volgde ook van 'Sneeuwwitje' een stripversie geschreven en getekend door de meester zelf ("pseudoniem" voor tekenaar Hank Porter en de schrijver Merrill De Maris).
Advertentie voor Palmolive (Panorama, 1939).
De kranten stonden vol van Walt Disney en zijn werk, vooral na volgende tekenfilms als 'Pinokkio' (1940) en 'Fantasia' (1940), die destijds echter geen van beiden in Nederland te zien waren, gezien de nazi's tegen dan al Europa bezet hadden en alle import van Amerikaanse films blokkeerden. Pas na de bevrijding in 1944-1945 waren alle Disney-film(pje)s die tussen mei 1940 en mei 1945 waren uitgebracht voor het eerst in de Nederlandse bioscopen te bewonderen. In de vele krantenartikelen werd ook de afkomst van de grootmeester besproken. Het verhaal van Disney's Spaanse achtergrond werd in de jaren '50 ook in een redactioneel artikel in het weekblad Donald Duck genoemd. Tot op de dag van vandaag wordt over dit verhaal op het internet gespeculeerd.
Nog voor de komst van het weekblad Donald Duck in 1952, vinden ook strips met andere bekende Disney figuren al hun weg naar het Nederlandse publiek. De opvliegende eend Donald Duck speelt onder de naam Woerd Snater al een rol in de 'Mikkie Muis' strip. En ook de Grote Boze Wolf zien we al in de kranten terug, zij het onder de naam 'Wouter Wolf'. Ook de drie biggetjes Knir, Knar en Knor dragen hier nog de namen Lodewijk, Sjambon en Jakob Big.
Het blad Wereldkroniek bracht sinds 1931 een hele pagina met 'De Lotgevallen van Mickey de Muis'. Deze publicatie is nog eerder dan die in De Telegraaf, die in oktober met de Mikkie-strip begon.
In vrijwel alle landen die kennis maken met Disney gaan plaatselijke tekenaars (vaak op eigen houtje) met de Disney-figuren op de loop. Het tijdschrift Olijk en Vrolijk, een bijvoegsel van De Gelderlander, gebruikte Donald en zijn neefjes op de voorplaten, maar bevatte geen strips met de figuurtjes.
En ook de veelzijdige Daan Hoeksema die op zaterdag 14 november 1931 in Jong Nederland en het Vlaamse zustertijdschrift Na De School in zijn strip 'Fred en Minet' de bekende muis "Micky" tamelijk oneigenlijke fratsen laat uithalen (met zijn staart nota bene).
Ook de moppentappers lieten zich wat betreft Walt Disney niet onbetuigd, zoals te zien in deze grappen uit De Humorist in de late jaren '30. Deze zijn echter wel overgenomen uit buitenlandse bladen als Collier's.
Het zou echter nog tot oktober 1952 duren voordat het weekblad Donald Duck werd gelanceerd - Walt Disney's officiële tijdschrift in Nederland.