Stripgeschiedenis
1945-1950 Beeldromans
Wanneer men bedenkt dat bij veel tijdschriften de papierschaarste het zwakste punt in de organisatie was, is het niet verwonderlijk dat men vlak na de oorlog naar manieren zocht om met betrekkelijk weinig papier 'veel' uit te brengen. Kenmerkend voor deze periode is dan ook het verschijnsel beeldroman: boekjes met een minimum aan papier, zo groot als een pakje sigaretten, maar aanmerkelijk dunner. Zo'n kleinood bevatte dan een volledig verhaal of op zijn minst een episode die als een afgerond geheel te lezen was.
Net als de Dick Bos-serie van Alfred Mazure, die in de oorlog opgang maakte, hadden deze boekjes, die daarom ook wel 'Dick Bos-boekjes' genoemd werden, veelal de misdaad (die nooit loont!) tot onderwerp. Behalve in formaat was er ook veel overeenkomst in de titel en plot (Dick Bos: 'Li Hang', De Kat: 'De Kat contra Ti-Sung', Lex Brand: 'To Yen').
Voor de uitgevers bood de beeldroman het grote voordeel dat deze relatief weinig papier kostte en dus goedkoop (voor 25 of 30 cent) geleverd kon worden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel kleine bedrijfjes zich gingen toeleggen op de produktie ervan. Sommige van deze uitgeverijtjes bestonden eigenlijk uit in commerciële banen geleide huisvlijt, zoals bijvoorbeeld de Bell Studio in Lunteren, een echt familiebedrijf, waar vader Abas de zakelijke scepter zwaaide, zoon Leo Abas de plots verzon en schreef en zoon Ben de verhalen mocht tekenen, wat resulteerde in producties als 'Lex Brand' (1947-1955) en 'Tom Wels'. (Deze boekjes zijn overigens later heruitgegeven door de SUB). Dick Vlottes tekende voor de studio de serie 'De Groene Straal'.
Een wat groter bedrijf was ATH in Rotterdam (Arnoldus Teeuwen Handels-drukkerij). Aanvankelijk maakte men vooral gebruik van de diensten van plaatselijke tekenaars, zoals Floris Jansen Wilprand, die de lezersschare verblijdde met veelbelovende titels als 'Havenkwartier'; 'De Schaduw'; 'De 5'; en 'Skelettenerfenis'. Later gaan ook Lou Visser, Dick Vlottes en Martin Lodewijk (Ruimtevaartserie) voor ATH tekenen. Ze krijgen een vergoeding van 200 gulden per boekje.
Deze uitgeverij, die in de eerste plaats briefpapier, folders, geboortekaartjes en dergelijke drukte, werd gerund door A. Teeuwen, die het experiment niet schuwde. Met een oog naar Amerika publiceerde hij verschillende pulp-tijdschriftjes en comics.
Dat de plaatjes in de zo verguisde beeldromans niet altijd van inferieure kwaliteit waren, bewijzen de hierboven afgebeelde tekeningen uit 'Skeletten-oorlog' en de 'Spot Morton'-serie, door Georges Mazure (broer van Alfred Mazure).
'De Kristallen Orchidee' (Spot Morton), door Ben Abas.
Een groot gedeelte van het uitgeverijbudget moest besteed worden aan het voeren van processen: niet alleen waren de populaire 'De Onbekende Stille'-verhalen nagetekend van de Amerikaanse strip 'Lone Ranger', maar ook een proces vanwege 'Tarzan' (van Dick Vlottes) kon alleen maar afgekocht worden door tegen een aanzienlijk bedrag de rechten van de 'Tarzan' van John Celardo te verwerven.
En plotseling was er de hetze. Goed, de kleine boekjes hadden niet overal een even enthousiast onthaal gekregen, maar hun aantal was te gering en hun verspreiding zeker in het begin te onregelmatig (bij de gevestigde boekhandel waren ze in ieder geval niet te koop), om er nu zoveel drukte over te maken. Wat kan er aan de hand geweest zijn?
Het verhaal gaat dat de gouvernante van de prinsesjes eens zo'n beeldroman bij een van haar pupillen aantrof ('De Opiumkoning,' van Lex Brand? 'De Aasgier van Parijs', van De Moker?) en toen, geschokt en verontwaardigd, haar invloed heeft aangewend. Hoe dan ook, het doet nogal ironisch aan dat een regering, die zoveel politionele acties in haar beleid deed, zoveel heilige verontwaardiging ten toon spreidde ten aanzien van fictief geweld.
Op 25 oktober 1948 verschijnt, vooral naar aanleiding van de strekking van de beeldromans, het volgende bericht in de dagbladen:
"De Minister van O.K. en W. doet een beroep op de directeuren der Rijksscholen, Gemeentebesturen en schoolbesturen om te bevorderen dat het verspreiden van z.g. beeldromans zowel op school als daarbuiten zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Deze boekjes, die een samenhangende reeks tekeningen met een begeleidende tekst bevatten, zijn over het algemeen van sensationeel karakter zonder enige andere waarde."
Martinus Hoenderop, uitgever van beeldromans (H.A.T.E.) schrikt zo van deze negatieve geluiden, dat hij de produktie ogenblikkelijk stopzet.
"De Kat", een beeldverhaal-serie van Henk Albers.
De banvloek over de beeldroman, en daarmee eigenlijk over alle strips, is hiermee uitgesproken. De scheurgrage handen van het onderwijzend personeel, die ware verwoestingen zullen aanrichten in het Nederlandse stripbestand, worden pas goed in beweging gebracht door het volgende voorval: vrijdagavond, 19 november 1948 wordt in Enkhuizen een 16-jarig meisje door haar vriendje van 15 jaar om het leven gebracht. Kranten en tijdschriften speculeren naar hartelust over oorzaak en motieven van het tragisch gebeuren. In eerste instantie zoekt men de oorzaak bij de maanstand, maar al snel wordt een andere zondebok gevonden. We laten hierover Ons Vrije Nederland via een redactioneel commentaar aan het woord (december 1948):
"Een der meest schokkende details, die de dagbladen ons bericht hebben over de tragische gebeurtenis in Enkhuizen, waar een 15-jarige jongen zijn 16-jarig vriendinnetje om het leven bracht, is wel de mededeling, dat dit meisje verzot was op beeldromans. Wellicht zal het psychiaters gelukken, de vele raadselen van deze tragedie te ontsluieren; eerst dan zal men in staat zijn de duistere motieven, die deze twee jonge mensen tot een zo verbijsterende daad brachten, te doorgronden. Dat neemt niet weg, dat thans reeds het ontstellende vermoeden gerechtvaardigd is, dat deze tragedie mede haar oorzaak vond in het vergif, dat door beeldromans in twee jonge geesten is gedruppeld."
In dit licht is het goed te begrijpen dat Bernhard Verhoeven zich in zijn pre-advies voor het aanschaffingsbeleid van de bibliotheken, niet al te positief over de beeldroman uitlaat:
"Als de Leeszaal ermee zou beginnen, de strijd tegen de beeldromans aan te binden door de strips in eigen huis te brengen, dan zou zij naar mijn overtuiging de kannibalen binnen voeren, die van lieverlede het boek zelf verslinden; en een haard van besmettelijk nihilisme, dat ook anderen zou aansteken. De beeldroman is de volstrekte negatie van het boek, het ontstellend ziekteverschijnsel van een tijd, die in wanhoop aan de zelfmoord van de geest toe is."
Hiermee is niet alleen over de beeldromans, maar over het hele beeldverhaal het vonnis geveld. Ouders en pedagogen verbieden de kinderen zelfs maar een stripverhaal in handen te hebben.
Het volgende citaat, afkomstig uit het tijdschrift De Vriend des Huizes, geeft aan hoe groot de verontrusting was ten opzichte van de beeldroman:
"Ik weet niet of u wel eens een beeldroman heeft aangeschaft. Het kan best zijn, dat het u zou vergaan als de man, die zijn zoontje (13 jaar) op het politiebureau kon komen afhalen en daar voor het eerst met deze lectuur kennismaakte. Zoonlief had zich met een aantal evenveelbelovende kameraadjes schuldig gemaakt aan allerlei vandalenstreken en de vader stond voor een raadsel. "Controleert u de boekenkast van uw Jantje maar eens," adviseerden de politie-ambtenaren de (nog) niets vermoedende vader. "Waarschijnlijk vindt u daar de oorzaak van alle narigheid." Het resultaat: circa vijf en twintig beeldromans kwamen uit de boekenkast te voorschijn - wel een bewijs dat de politie het goed gezien had!"
Gelukkig gaan er ook stemmen op ter verdediging van het zo verguisde medium. Niemand minder dan Marten Toonder werpt zich in het strijdgewoel. Als in het Tom Poes-verhaal 'Horror, de Ademloze' (1949) Heer Bommel in gesprek raakt met de gezusters Doeselaer, schrijfsters van de bekende kinderboeken over Haasje Zonnebrand, ontstaat er de volgende dialoog:
"'Ik weet niet wat een beeldverhaal is!', zei heer Bommel. 'Ik lees nooit romans. Ik geef de voorkeur aan wetenschappelijke werken, wat jij Tom Poes? En romans over beelden lijken me niet. Maar dit verhaal over Dick Dubbelslag is erg interessant en er zit ook iets wetenschappelijks in omdat heer Dubbelslag atoomogen en een radarhoofd heeft!' 'Foei' zei Fidèle Dorselaer, 'U moest u schamen! Een radarhoofd! Wat een vergif voor het tere kinderzieltje. Neen, meneer! Wij geloven in het oude, gevoelige sprookje! Het échte sprookje, zoals moeder het ons vertelde'. 'Zoals Klein Duimpje!' vulde Thérèse aan. 'Met die boze reus, die zijn eigen kindertjes...' 'Wacht even!' viel Adèle Doeselaer haar in de rede, 'Dit voorbeeld is niet zo goed. Maar ik weet nog hoe ik smulde, wanneer moeder ons vertelde over die boze Blauwbaard, die...' "
Striptekenaar Hans Borrebach, die in 1948 'Frank Moore' schreef en tekende, heeft het volgende over de hetze te zeggen:
"Het was voornamelijk De Telegraaf geweest die zat te ageren. Als een kind een beeldverhaal las, ging het zogezegd ten koste van de creativiteit. Het kind zoog gewoon iets op en was zelf niet meer creatief. Ze wilden een kind creatief hebben! Allemaal flauwekul, want nog letterlijk geen half jaar later stond De Telegraaf zelf vol strips. De Telegraaf heeft daar gewoon misbruik van gemaakt. Die heeft het vuurtje aangestoken om zelf achteraf de markt te kunnen veroveren."
Ook De Waarheid had zo zijn bedenkingen bij het beeldverhaal, getuige dit artikel van 14 februari 1953.
Meer informatie:
Beeldverhalen Online (link buiten Lambiek.net)