Stripgeschiedenis
1950-1960 Comics
Toen de beeldromans door de diverse hetzes aan populariteit verloren en er bovendien geen sprake meer was van papierschaarste, zagen veel uitgevers, met name uitgeverij ATH van Arnoldus Teeuwen, brood in de publicatie van comic-strips. In deze tijdschriftjes, op goedkoop papier gedrukt met een glimmende cover, vond men zwart-witstrips die, in tegenstelling tot wat men van de krantenstrip gewend was, zich van tekstballonnen bedienden.
'De Onbekende Stille - niemand weet wie hij is, waar hij vandaan komt of heentrekt...'
De comics-vorm kenden Nederlanders al een beetje van de favoriete lectuur van de Amerikaanse en Canadese bevrijders. 'Lone Ranger'-verhalen werden overgenomen of primitief hertekend onder de titel 'De Onbekende Stille', en ook Edgar Rice Burroughs' 'Tarzan' bleek niet veilig voor beginnende comic tekenaars. Later werd ook het gebied van de science-fiction betreden.
'De Vleermuis', door Albert Winands (Albert Survie).
De allereerste kennismaking met Tarzan in stripvorm (men kende hem natuurlijk al van de beroemde films) vond plaats in een advertentienlad uit Delft in 1937, getiteld 'Sint Nicolaas Tips'. Dit gratis boekje bevatte de daily strips van Amerikaanse Tarzan-tekenaar Rex Maxon ('De terugkeer van Tarzan'). Een jaar later tekende een jeugdige Hans Kresse een Tarzan-verhaal voor 'De Verkenner'. Dit verhaal, 'Tarzan en de Apen', was wat tekeningen en tekstbehandeling (geen tekstballonnen in de realistische strip) betreft sterk geïnspireerd door Harold Foster, de bekende Amerikaanse Tarzan-tekenaar.
De eerste echte Nederlandse Tarzan-serie was de Tarzan-beeldroman, uitgegeven bij H.A.T.E. vanaf 1947 en getekend door Nico Draak. De tweede serie, bestaande uit vier boekjes die vanaf 1949 werden uitgegeven, was van de hand van Peter Age Veldheer. In 1949 stonden afleveringen van Tarzan in het blad Doe Mee. Dit waren herdrukken van de zondagskranten getekend door Burne Hogarth. De 'Tarzan'-serie van ATH, waarvan Dick Vlottes deel 1 tot en met 42 vervaardigde, begon in 1955 en liep door tot 1960.
De Onbekende Stille - 'The Lone Ranger' - is, evenals Tarzan, een voorbeeld van een comic die in Nederland als beeldroman is begonnen. Oorspronkelijk werden ook de tekeningen uit de Amerikaanse uitgave klakkeloos gepikt, wat ATH-uitgever Teeuwen menig proces heeft gekost...
'Fred Penner' was een creatie van Lou Visser, die in Rotterdam als reclametekenaar werkzaam was. De Amerikaanse 'zingende cowboy' Roy Rogers, vooral bekend van kauwgomplaatjes, stond model voor de moedige Fred.
Toen in oktober 1957 de eerste Spoetnik de ruimte werd ingezonden, benaderde Arnoldus Teeuwen de tekenaar Martin Lodewijk voor het maken van een ruimtevaartserie. Hiervan verschenen tien (maandelijkse) delen. Toen de actualiteit van het ruimte-avontuur er een beetje af was, zette Lodewijk zijn werk voort met 'Arent Brandt' (1958), een serie van 6 delen over de piraterij in de 16e eeuw.
Bij uitgeverij Tempo verscheen de strip 'Lex Rip', van de hand van ene P. de Jong. Zoals de "bekendmaking" achterop vermeldt zijn de goedkoopste uitgaven van de spannende avonturen van deze held regelmatig in de winkel te vinden. Echter, deze 36 bladzijden tellende "spannende lectuur voor de jeugd van 7 tot 100 jaar" heeft waarschijnlijk geen vervolg gehad, waarmee 'Lex Rip' nummer 1 een van de zeldzaamste Nederlandse comics is.
De volwassen stripliefhebber kon genieten van de pikante verhalen van A. Masqué (waarschijnlijk een schuilnaam om politievervolging te voorkomen). Twee uitgaven in deze serie 'Vertellingen uit 1001 Nacht' zijn bekend, uitgegeven door C.V. Universum uit de Nieuwe Hoogstraat te Amsterdam.
Van vele comic-uitgaves zijn, behalve de tekenaar, zelfs de uitgevers moeilijk te achterhalen. Overgetrokken van de Amerikaanse comics misschien? 'Kruipamp' heeft er alle schijn van. Maar van welke comics precies? Alleen de prijs geeft een indicatie van de vroege vijftiger jaren.
'Pinkie Pienter' door J.H. Koeleman jr. (links) en Lex Overeijnder (rechts).
Vanwege het formaat geen echte comic, maar wel een belangwekkende strip uit de jaren vijftig is 'Avonturen van Pinkie Pienter', van J.H. Koeleman jr. Dit verhaal verscheen in de periode 1954-1960 bij uitgeverij Mulder en Zn. en ging over de science fiction avonturen van een 'Kuifje'-achtig jongetje. De laatste 6 van de 18 delen werden gemaakt door Lex Overeijnder.
(met dank aan Marius van Melle en Ron de Laat)