Stripgeschiedenis
1950-1960 Krantenstrip
'Professor Creghel', door Carol Voges.
Ook in de jaren '50 zal de jeugd worden meegenomen op verre reizen naar andere landen en werelddelen. En er zullen zelfs andere planeten bezocht worden. Zo maakt de trouwe lezer kennis met een schat aan vervoermiddelen van duikboot tot raket.
'Hendrik Haarklover' door Wim Bijmoer en Annie M.G. Schmidt (PS, 27 december 1953).
A. Molenaar is de tekenaar van 'Het Spookt in de Studio', over een onzichtbaar jongetje dat streken uithaalt in een radiostudio. Het is ons niet precies bekend wanneer en waar deze strip in kranten verscheen; wel weten we dat het in 1954 als boek-uitgave verscheen.
"Mijn naam is Petertje. Hoe oud ik ben? Wat doet 't er toe? We zijn allemaal oud of jong, we wonen allemaal ergens. Daarin verschillen we niet. Maar ik heb toch iets, dat jullie niet hebben; dat heb ik bij m'n geboorte meegekregen. Ik ben onzichtbaar. M'n ouders kunnen me zien als ze een rode bril opzetten. Meneer Molenaar heeft de bril van m'n vader even te leen en die weet nou ook hoe ik d'r uitzie, vandaar dat ik een poosje in dit hoekje zal verschijnen."
'Olle Kapoen' van Phiny Dick verscheen van 2 november 1946 tot 30 oktober 1954 in het Algemeen Handelsblad.
Olle Kapoen met zijn vriendjes Puk Toffel, Uil en Verk (Uit: 'Olle Kapoen en de Grijpdabbels').
In De Volkskrant verscheen gedurende zeker een jaar de frappante gagstrip 'Pietertje Stastok' (1951) van een zekere Steiner, waarin de hoofdpersoon steeds slim gebruikt van zijn lijnpostuur.
Een opmerkelijke krantenstrip uit deze periode is 'B.B. Persfotograaf' van Peter Mes. Deze strip, gemaakt met de scraperboard techniek, verscheen in Het Vrije Volk van eind 1951 tot 1954.
Van 23 augustus 1951 tot 20 oktober 1972 verschenen de avonturen van 'Fed en Vetertje', een tekststrip van Hans Brouwer, in De Waarheid. Het strookje hieronder komt uit 'Fed en Vetertje in Priktolland'.
In de wekelijkse krant Hervormd Nederland tekende Rie Kooyman het sprookjesachtige 'Luilekkerland'. De meeste bekendheid kreeg ze echter met 'Hoki en Poki' (1954-1962), die in de eerste jaren als randfiguurtjes in Kris Kras verschenen. Toen de redactie van het tijdschrift er tenslotte niet zo heel veel meer in zag, werkte ze de figuurtjes verder uit en bood ze vervolgens aan bij Swan Features. De strip verscheen toen gedurende een jaar in de zaterdageditie van het Utrechts Nieuwsblad (1965) en daarna (als dagstrip) in De Volkskrant (1965-1968). Hoewel Rie Kooyman probeerde zoveel mogelijk afleveringen vooruit te maken, was deze manier van werken toch een grote belasting voor haar. Bovendien was 'Hoki en Poki' inmiddels zonder haar medeweten door Swan Features aan buitenlandse kranten verkocht. In 1969 wist ze haar auteursrechten te herkrijgen en publiceerde geen nieuwe strips meer.
'Luilekkerland' van Rie Kooyman (1953).
'Birre Beer', begonnen door Phiny Dick en overgenomen door Ton Beek, verscheen van 27 december 1954 tot en met 28 maart 1959 in het Algemeen Handelsblad.
'Koning Hollewijn', een strip van de Marten Toonder Studio's, verscheen van 22 maart 1954 tot 26 juni 1971. In de onderstaande strook zien we minister-president Dreutel (naar bewindsman Willem Drees), in het paleis Koudewater met de filosofische Koning Hollewijn en de lieftallige secretaresse Wiebeline Wip.
"Dit," sprak de vergrijsde bewindsman, "is 's rijks schatkist. Met uw toestemming zal ik hem openen en u de inhoud tonen. Want de praktijk leert, dat eigen aanschouwing het helderste beeld geeft." Hij keerde de doos statig om en klapte het deksel open, waardoor de inhoud op het pad rinkelde. "Zie eens aan," zei de koning, "Het is een nieuwe stuiver!"
Veel andere krantenstrips in deze tijd, zoals 'Panda' (1946-1991) en 'Kappie' (1945-1972), kwamen uit de studio van Marten Toonder. Zie voor meer informatie hierover onze speciale pagina over Toonder Studio's.
'Ootje Teur' (1949), een tekststrip van Siem Praamsma, verscheen in Het Gezinsblad (Assen) en het Streekblad voor Midden- en Zuid-Nederland.
Een strip die in Het Rotterdams Nieuwsblad verscheen, was 'Gerrit Tof en de Witte Raaf', getekend door Piet Deunhouwer. De schrijver is onbekend. Aangezien de strip in opdracht werd gemaakt, mocht de tekenaar zijn werk niet signeren, maar werd er 'ICI' onder gezet.
In 1953 verlaat Ton de Zwaan in niet al te prettige sfeer de Toonder Studio's om zijn eigen syndicaat op te richten: het Swan Features Syndicate. Een aantal van Toonder's toptekenaars kan de verleiding niet weerstaan om de zakelijk directeur te volgen. Onder hen zijn Henk Sprenger, Henk Alleman, Hans Kresse en Piet Wijn. Hierna zal in menig krantenstripkadertje de Swan Features-vermelding prijken.
'Operatie Burn-Out: Venus, de mysterieuze planeet', door Henk Alleman.
Met gepaste trots werd de Parool-abonnee er op 2 en 3 oktober 1958 op gewezen dat Henk Sprengers voetbalheld 'Kick Wilstra' in de krant zijn opwachting maakte.
In veel couranten werd plaatsgemaakt voor de realistische strips van Gerrit Stapel, zoals de historische strip 'Otto' (1955) en de sciencefictionserie 'Kapitein Evans' (1955-1959), waarvoor Lo Hartog van Banda verhalen schreef.
Soms valt het niet mee een gevonden knipsel te determineren. Vaak kan dit via de achterkanten van de knipsels, maar soms staan hier alleen maar advertenties. Sommige strips zijn met een pseudoniem of initialen ondertekend, maar vaak is uit de tekst e.e.a. af te leiden.
Deze strip, 'Bongo', stond in 1958 in Trouw. Het speelt duidelijk voor de grote immigratie van onze rijksgenoten, want de hoofdpersoon is verbaasd in Amsterdam een "neger" tegen te komen. Het signatuur Javé is van de Amersfoortse kunstenaar Jaap Veenendaal.
De houding ten opzichte van vreemdelingen in Nederland is aan verandering onderhevig geweest. Lees deze tekst maar eens over de vreemdelingendienst.
Ook Henk Backer laat in de jaren '50 nog van zich horen. Hij haalt zijn inspiratie uit tropischer oorden voor strips als 'Boeboema op reis' en 'Abdoel en zijn vliegende tapijt'.
De hierboven staande strip is een strook uit 'Koos, Dickie en Ben beleven wat', een tekststrip die in de vijftiger jaren verscheen. Verder is ons er niets over bekend. Wie weet wie de tekenaar/schrijver was van deze strip? En in welke kranten heeft hij gestaan? Laat het ons gaarne weten via lambiek at lambiek.net !
Hetzelfde geldt voor de strip 'Pietro Pastel en z'n hond Caro'. Wie kan ons meer vertellen over de maker van dit aandoenlijke zigeunerjongetje?
Een andere onbekende strip is 'Victor de Turenne' uit de Groninger Courant (1959). Het syndicaat is Swan Features, maar de handtekening is onleesbaar. De oorsprong kan buitenlands zijn.
Hieronder staat een fragment uit een pagina-groot artikel uit de Elsevier van 14 januari 1950. De schrijver verbaast zich over de veelheid van de Amerikaanse strips en speciaal de mogelijkheden van syndicaten die de tekenaars vertegenwoordigen. Hoe in het algemeen over de striplezer werd gedacht komt in de omcirkelde passage goed tot uiting.