Stripgeschiedenis
Lambiek op Kerkstraat 78 (1986-1989)
Interieur van de winkel op Kerkstraat 78 door Peter Pontiac.
Groeiende reputatie in de jaren 1980
Tijdens de jaren 1980, 1990 en vroege jaren 2000 kreeg Lambiek meer media-aandacht dan ooit tevoren. De grotere winkel bood meer kans om Kees' missie te vervullen: strips als een serieuze kunstvorm behandelen. Hierom werden, net als in de algemene boekhandel, de boeken in de schappen alfabetisch op auteursnaam geordend in plaats van op serie. Dit bracht klanten vaak in verwarring, maar Kees vond dat de auteur voorop moest staan.
Lambiek werd een ontmoetingsplek voor internationaal beroemde stripauteurs die langskwamen om hun werk te signeren en, vanaf 1986, er ook tentoon te stellen. Officiële bezoeken aan Lambiek waren vaak grote mediagebeurtenissen. Kees schreef voor elk van hen een persoonlijke openingstoespraak. Om meer prestige uit te stralen werden kunstcritici en journalisten uitgenodigd. Bepaalde artiesten die onder het grote publiek nog geen bekende namen waren, kregen meer aandacht omdat ze hun werk in Lambiek tentoonstelden. Ook buitenlandse artiesten werden bekender onder Nederlandse lezers. Sinds de jaren 1970 had Lambiek jonge amateurs de kans gegeven om hun eigen, zelfgemaakte stripboekjes te verkopen of enkele van hun tekeningen tentoon te stellen. Verschillenden onder hen werden later professionals, zoals Joost Swarte, Gerrit de Jager, Hanco Kolk, Peter de Wit, Windig & De Jong en Jean-Marc van Tol. Velen toonden hun dankbaarheid via promotioneel tekenwerk voor de winkel of door Kees cameo's in hun eigen strips te geven. Dit leverde Lambiek een trouwe entourage op.
Utrechts Nieuwsblad bericht over Kees' plannen voor een galerie (8 maart 1986).
Kees' eigen wereldwijde bekendheid nam ook toe. Mensen nodigden hem steeds vaker uit om essays te schrijven, lezingen en interviews te geven, evenementen te co-organiseren of om jurylid te zijn. Vanuit de hele wereld schreven mensen brieven. Kees bleef ook met andere tekenaars corresponderen. Sommigen probeerde hij naar de winkel uit te halen, anderen nodigden zichzelf uit. Kees bewaarde de postzegels van elke brief die hij ontving om ze aan filatelisten te verkopen.
In zijn vrije tijd documenteerde Kees zich over strips en verzamelde hij elk tijdschriftartikel dat hij erover kon vinden. Veel hiervan gebruikte hij dan voor zijn eigen projecten. De gepassioneerde winkeleigenaar publiceerde ook speciale uitgaven met werk van bepaalde artiesten, ongeacht of er wel een markt voor bestond. Veel investeringen werden uit eigen zak betaald. Wanneer buitenlandse kunstenaars zijn winkel bezochten, betaalde Kees vaak hun hotel- en reiskosten. Nadat Kees het gebouw op Kerkstraat 78 kocht liet hij zijn buitenlandse bezoekers in het studio-appartement op de eerste verdieping verblijven. Sommigen zagen Kees dan ook als een excentriekeling die tijd en geld investeerde in het opwaarderen van de maatschappelijke status van striptekenaars. Als Kees het gevoel had dat mensen hem, zijn winkel of de artiesten die hij wilde promoten kleineerden was hij niet bang zijn mond open te trekken. Hij stak zijn mening niet onder stoelen of banken, maar overgoot zijn uitspraken met geestig sarcasme. Al wat uitmaakte was doen wat hij het liefste deed: stripmakers samenbrengen in zijn winkel. Maar laten we niet vergeten dat Kees bovenal een vindingrijk zakenman was. Lambiek was de plek bij uitstek voor antiquarische strips, maar ook voor prestigieuzere artikelen zoals zeefdrukken, posters en origineel tekenwerk. Tegenslagen werden omgevormd tot grootschalige promotiestunts, zoals de poppenkast rond de pop uit het vorige hoofdstuk bewijst.
Joost Swarte's tekening voor de officiële opening van Galerie Lambiek op 18 oktober 1986.
Galerie Lambiek
Al sinds 1976 had Kees geprobeerd om grootschalige tentoonstellingen in Lambiek te organiseren. Maar er was nooit genoeg ruimte om ingelijste tekeningen aan de muur te hangen, laat staan om grote menigtes te ontvangen. Zelfs nadat de winkel in 1980 naar een nieuwer en groter gebouw verhuisde was het merendeel gevuld met stapels en stapels strips, waaronder ook een leestafel. Kees merkte dat veel verzamelaars al het antiquarische materiaal reeds bezaten, dus sommige boeken zouden waarschijnlijk nooit verkocht worden. De rommelige boel was bovendien een paradijs voor winkeldieven. Kees wilde daarom een deel van zijn winkel herinrichten tot een hedendaagse kunstgalerie. Om dit te kunnen doen moesten offers gebracht worden. Vanaf 1 maart 1986 probeerden we zoveel mogelijk voorraad te verkopen. Om te vermijden dat Kees zijn trotse bezittingen zou proberen beschermen, werd hij op vakantie gestuurd. Na zijn terugkeer was er absoluut genoeg verkocht om de plannen door te zetten. Goof Mensink en Job Goedhart werden met de restauraties belast. Muren werden overschilderd om de toekomstige galerie een elegante uitstraling te geven. Eindelijk zag alles er als een minimuseum uit, de manier waarop Kees het voor ogen had.
Bijna klaar voor de RAW expositie!
Kees wilde een stijlvolle, prestigieuze sfeer uitstralen. Alle tentoonstellingen moesten draaien rond kunstenaars met werd dat visueel interessant of een meeslepende leeservaring was. Voor elk evenement werden unieke zeefdrukposters gemaakt om te kunnen verkopen. Museumbezoekers, kunstliefhebbers, critici en beau monde werden aangemoedigd om een kijkje te komen nemen. Collegatekenaars en grafici waren natuurlijk ook geïnteresseerd, waardoor nog meer beroemde stripauteurs naar de winkel kwamen. Er werden performances door sprekers, komieken en muzikanten geregeld. In drank en hapjes werd ruimschoots voorzien, terwijl Kees' flamboyante openingstoespraken de kers op de taart waren. Hoewel Kees wilde dat de gebeurtenissen ernstig werden genomen genoot hij er nog altijd van om tussendoor grapjes te maken en werden "afterparty's" toegejuicht. Na sluitingstijd werd het feestgedruis vaak voortgezet bij Café Terzijde aan de overkant van de straat.
In die tijd organiseerde geen enkele stripwinkel dit soort evenementen. Ze bezorgden Lambiek voortdurend publiciteit en meer prestige. Al gauw werd de winkel ook buiten de Nederlandstalige stripkringen een fenomeen. Auteurs die zich geen hotel konden veroorloven konden altijd in het speciale appartement op de eerste verdieping van het Lambiek-pand overnachten. Velen krabbelden (hand)tekeningetjes in het gastenboek of op de studiomuur, zoals Al+Flag, Eric Braün, Hélène Brosseau, Sophie Crumb, Bob Fingerman, Ellen Forney, Janet en Michael T. Gilbert, Roberta Gregory, Lian Ong, Pete Poplaski, Eric Reynolds, David Sandlin, Dan Schiff, Seth, Jeff Smith, Barbara Stok, James Sturm, Willem en Jim Woodring.
Uitnodiging voor de RAW expositie. Tekenwerk van Charles Burns.
Tentoonstellingen en signeersessies (1986-1989)
De eerste grootschalige tentoonstelling in Lambiek begon op 18 oktober 1986 en draaide rond Art Spiegelman en Françoise Mouly's artistiek verfijnde stripblad RAW. RAW was destijds een revelatie omdat het volwassen stripauteurs de kans gaf om hun experimentele visie in uitstekende drukkwaliteit tot uiting te laten komen. Het wilde bewijzen dat strips kunst kunnen zijn en vice versa. Kortom, de perfecte keuze voor Galerie Lambieks eerste tentoonstelling. Toevallig was het eerste nummer van RAW in de zomer van 1980 verschenen, rond dezelfde tijd dat onze winkel naar het adres verhuisde dat ons toestond om echte exposities te organiseren. De gebeurtenis was meer dan symbolisch, het was een transcontinentale viering van de strip als kunstvorm. Hoewel Art Spiegelman in 1979 Lambiek al eens had bezocht, en zelfs een exclusieve tekening aan een nummer van het Bulletin bijdroeg, waren Mouly en hij niet op de expo aanwezig. De echte instigator was een andere kunstenaar die in de pagina's van RAW publiceerde, Joost Swarte. Werken van Swarte, Spiegelman, Mark Beyer, Charles Burns, Kim Deitch, Pascal Doury, Scott Gillis, Kaz, Jerry Moriarty, Mark Newgarden, Gary Panter, Bruno Richard en Ever Meulen werden aan de muren gehangen. Veel van deze artiesten hadden al eerder in musea geëxposeerd, maar het was de eerste keer dat RAW als een collectief werd tentoongesteld.
Van 6 januari tot halfweg maart 1987 was de vernieuwende Spaanse artiest Ceesepe ('Dibujos', 'Barcelona By Night', 'Slober') onderwerp van een tentoonstelling. Na zijn eerste bezoek aan Nederland, drie jaar eerder, had deze poging om zijn werk te promoten beduidend meer succes. Zijn expo 'Tristesse de Luxe' liep drie maanden. Tussen 27 november 1987 en 31 januari 1988 stond Lambieks huistekenaar Peter Pontiac in het middelpunt van de aandacht. Een decennium eerder had hij zijn werk al eens tentoongesteld in ons kleine winkeltje, maar ditmaal kreeg het de aandacht die het verdiende in onze gloednieuwe galerie. Speciaal voor deze expositie maakte de Nederlandse undergroundstriplegende unieke kunstwerken van en op grote stukken karton. Pontiac keerde in 1990 en 2011 terug naar Lambiek voor signeersessies.
Uitnodigingen voor de exposities van Peter Pontiac en Alex Varenne. De ongecensureerde Varenne-afbeelding is bij de redactie op te vragen.
Van 26 februari tot de laatste week van april 1988 stelde de iconoclastische cartoonist Tanino Liberatore, bekend om 'RanXerox', zijn woeste tekeningen in onze galerie tentoon. De culttekenaar werd opgevolgd door het verfijnde tekenwerk van Jacques de Loustal, die toeschouwers van 3 februari tot halfweg maart 1989 verblijdde. Het was de eerste keer dat Loustals kunst in Nederland tentoongesteld werd. Kunst van Philippe Bertrand, vooral bekend om 'Linda Aime L'Art' en zijn even uitstekende erotische werk, kon tussen 31 maart en 15 mei 1989 bij ons bekeken worden. In de periode periode daartussen, op 15 april, hielden de Nederlandse striptekenaars Hein de Kort en Eric Schreurs een signeersessie. De bedenkers van vuile en provocatieve reeksen als 'Pardon Lul' (De Kort), 'Joop Klepzeiker' (Schreurs) en hun gezamenlijke strip 'Dick van Bill' bewezen dat fans van rechttoe rechtaan entertainment niet werden vergeten. De futuristische stadslandschappen van 'Cités Obscures' bedenker François Schuiten waren simpelweg gemaakt voor een galerie en daarom konden zijn gedetailleerde illustraties tussen 8 september en oktober 1989 bij ons bewonderd worden. Alex Varenne sloot het decennium af met 'Les Larmes du Sexe', een tentoonstelling die van 3 november tot december 1989 liep. De kunstenaar achter erotische reeksen als 'Erma Jaguar' deed zijn reputatie eer aan. De illustratie op het officiële invitatiekaartje toonde een expliciete close-up van een penis die een vagina penetreert. Kees nam de voorzorg om een optionele censuurbadge te bevestigen die, indien gewenst, verwijderd kon worden.
Gebeurtenissen in 1988-1989
Verwijdering was aan het einde van de jaren 1980 een groot thema en we verwijzen hier niet enkel naar de Berlijnse Muur. Op 25 mei 1988 werd de winkel opnieuw slachtoffer van een inbraak. Vier zeefdrukken van Joost Swarte, enkele illustraties van Marten Toonder en een aantal beeldjes werden gestolen. Het hele jaar lang vochten we een juridische strijd om onze Lambik-pop terug te krijgen, maar we namen ook een standpunt in inzake de "Amsterdammetjes" affaire. De Amsterdamse gemeenteraad voelde zich verplicht om veel van de iconische roodbruine verkeerspaaltjes te verwijderen. Deze ijzeren (later stalen) objecten zijn altijd een typisch hoofdstedelijk straatbeeld geweest en werden daarom "Amsterdammertjes" genoemd. Uit protest liet Lambiek verschillende stickers met Lambiks gezicht op maken, waarmee tegelijkertijd de twintigsteste verjaardag van onze winkel op 8 november dat jaar gememoreerd werd. Wanneer de sticker op het paaltje gekleefd werd, leek het net alsof de ronde bovenkant van de paal het bolhoedje van Lambiek was. Daarnaast fungeerden Lambieks haren als pijlen, die de achteloze wandelaar naar de Lambiek-winkel dirigeerden. Het ontwerp was van Herwolt van Doornen.
Joop Distel, de kersverse "Ridder in de Orde van de Gouden Stofzuiger", omringd door de heer Cox, een andere Dupuis-vertegenwoordiger, en striptekenaars François Walthéry en Berck.
Gelukkig waren er ook leukere gebeurtenissen tijdens deze periode. Op 5 november 1988 hield Kees een opiniepeiling onder collegawinkeliers om te ontdekken wie de beste stripvertegenwoordiger was. Joop Distel, vertegenwoordiger van Dupuis in Nederland, eindigde op de eerste plaats. Om die reden huldigde Kees de beste men met de humoristische ridderorde "Ridder in de Orde van de Gouden Stofzuiger", tijdens de jaarlijkse Stripschap-verjaardag in hotel Bel Air in Den Haag. Onder de aanwezigen bevonden zich de stripauteurs Berck ('Sammy') en François Walthéry ('Natasja').
Een andere tekenaar, de Zuid-Afrikaan Derek Bauer, maakte in 1989 een grafisch hommage aan onze winkel. Hij karikaturiseerde de onafscheidelijke Kees Kousemaker en Klaas Knol. Maar de twee mooiste advertenties die ooit voor onze winkel werden gemaakt werden dat jaar door Peter Pontiac op papier gezet. De eerste illustratie stelt een Amsterdams stratenplan voor dat toeristen helpt om bij Lambiek te komen. De andere biedt een kijkje in de winkel, met Kees en Klaas achter de toonbank, en in de zaak beroemde stripfiguren die strips bekijken. De tekeningen waren zo mooi dat ze werden gebruikt voor brochures en postersOm ons verhaal over Lambieks veelbewogen geschiedenis verder te zetten kunnen we geen geïllustreerde gids door Pontiac aanbieden, u zult gewoon de link onderaan moeten volgen.
Fragment van Derek Bauers hommage aan Lambiek, met Klaas en Kees.