Stripgeschiedenis

Lambiek op Lambiek.net (1999-2004)


De homepagina van Lambiek.Net in 2007.

Met één voet in de vorige eeuw en een ander in de volgende lanceerde Kees Kousemaker op 1 november 1999 zijn meest ambitieuze project ooit: de Comiclopedia. Een online encyclopedie van elke striptekenaar die ooit bestaan heeft en geïdentificeerd kan worden. De Comiclopedia kan als Kees' magnum opus beschouwd worden. Zijn ultieme liefdesbrief aan het medium. Een hommage aan striptekenaars uit alle eeuwen en landen, waarmee bewezen is dat het medium net zo tijdloos en universeel is als menig ander kunstvorm. Aangezien de 20ste eeuw op zijn einde liep, was het zeker een goed moment om terug te blikken.

Voorbereidingen
Het moet gezegd worden dat onze ambities aanvankelijk bescheiden waren. Eind jaren 1990 begonnen striptekenaars hun eigen websites te lanceren en verschenen er ook diverse fansites. Het aanvankelijke doel van de Comiclopedia was een portaal creëren om fans naar deze websites te leiden. Kees had een "digitaal telefoonboek" voor ogen met wat basisinfo en een voorbeeldillustratie. Maar zelfs bij deze missie moesten er technische aanpassingen gedaan worden. De oorspronkelijke Lambiek-site, sinds 1994 gehost door XXlink, was op zijn zachtst gezegd nogal summier. Een nieuw ontwerp was nodig om aan onze plannen en nieuwe standaarden te voldoen. Eén van de bedrijven waar Kees mee praatte was Hazel Productions, wiens voorbeeldconcept niet alleen een nieuwsrubriek en een encyclopedie bevatte, maar ook een forum en "pretpagina" met spelletjes!


Het Lambiek.Net team in 2004: Rick Webb, Kees Kousemaker, Bas Schuddeboom, Margreet de Heer.

Rick
Hulp kwam uiteindelijk van overzee. De Californiër Rick Webb had tijdens de jaren 1980 als een Apple Mac specialist in Silicon Valley gewerkt en eindigde eind jaren 1990 na vele omzwervingen in Amsterdam. Hij streek uiteindelijk neer in Lambieks studioappartement, dat zo in onze online afdeling veranderd werd. Opzet en ontwerp van de nieuwe site, waaronder het blauwe fond, werd door Rick (alias "Spiderman") gedaan. Aangezien het project voor een internationaal publiek bedoeld was werd de domeinnaam Lambiek.net geregistreerd, als aanvulling op het reeds bestaande Lambiek.nl. Voor meer navigatie en bandbreedte werd de server verhuisd naar "The Bunker", een veilige ondergrondse Internetfaciliteit nabij Canterbury, Groot-Brittannië. Rick leverde duidelijk goed werk, want de International Webmasters Association reikte onze site tweemaal op rij de Golden Web Award uit, namelijk in 2001-2002 en opnieuw in 2002-2003.


Homepagina in 1999 (vlak voor de overgang) en in 2001.

Vroege jaren
Op 1 november 1999 ging de Comiclopedia online, maar nog steeds kleinschalig. De oorspronkelijke lijst telde 200 namen, waarvan slechts 15 al een eigen artikel hadden. De rest werd in de weken daarop toegevoegd, terwijl de lijst ook werd aangevuld met nieuwe namen. Achteraf bekeken hadden we nog veel te leren. Sommige artikelen waren iets te summier of bevatten irrelevante of melige opmerkingen. Sommige illustraties waren eigenlijk door een assistent getekend in plaats van de tekenaar zelf. Een enkele tekenaar had twee pagina's onder twee verschillende pseudoniemen.


In de begintijd werden biografieën, zoals deze uit 1999 over Milton Caniff, nog met de hand geschreven en dan overgetypt.

In andere gevallen was de verwarring over deze dubbele artikelen het gevolg van verschillende schrijfwijzen die in de Arabische landen en Zuid-Oost Azië gebruikt worden, wat vaak tot verschillende spellingen leidt in Westers schrift. Namen als "Chong" kunnen ook gespeld worden als "Chung", "Tchong" and "Tc'hong". Dergelijke problemen traden ook op bij enkele Westerse stripmakers. Als je twee Amerikaanse tekenaars hebt die "Jack Smith" heten, en beiden in dezelfde staat of periode leefden, kun je maar beter hopen dat er genoeg informatie over hen voorhanden is om na te gaan of ze één en dezelfde persoon zijn.

Sommige pagina's gingen niet eens over mensen, zoals ons inmiddels verwijderde Comiclopedia-lemma over de Xeric Foundation. De info die we in encyclopedieën terugvonden was soms gedateerd of inmiddels achterhaald. En dan waren er de vanzelfsprekende fouten. In de eerste maanden schakelde Kees vaak stagiaires in om te helpen met de site en sommigen hadden eigenlijk weinig met strips. Voor hen was het louter tikwerk. Veel van onze vroege (en soms pijnlijke) pogingen zijn nog steeds te bekijken via de Wayback Machine van The Internet Archive.


Twee pagina's voor dezelfde tekenaar, maar dan met verschillende spellingen van de naam.

Maar zelfs ondanks deze beginnersfouten was de Comiclopedia uniek in zijn aanpak. Kees hield de vorderingen vanzelfsprekend nauw in de gaten en koos persoonlijk de meeste tekenaars en illustraties uit. Aangezien strips een visueel medium zijn was het vinden van de juiste illustraties belangrijk. Bovenal wilde Kees bezoekers een algemene indruk geven van de stijl en capaciteiten van een tekenaar. Dit konden adembenemende illustraties zijn, sfeerrijke achtergronden, dynamische actiescènes, interessante lay-outs, spannende cliffhangers, kleurrijk taalgebruik, perfect getimede gags of ontroerende emotionele scènes. Kees en zijn team hadden veel plezier met het verzamelen van mooie plaatjes, strookjes, boekcovers, zelfportretten en reclametekeningen. Sommige werden uit boeken of tijdschriften gescand, anderen gefaxt door de stripmakers zelf. Veel beeldmateriaal kwam uit Lambieks eigen onuitputtelijke archieven. Veel mensen herinneren zich nog hoe Kees met stapels strips de trap op klauterde en de belangrijke vraag stelde: "Hebben we deze al?" Terwijl zijn interesse in strips geen grenzen kende, interesseerde Kees zich vooral in alternatieve, artistieke en undergroundstrips en vanzelfsprekend de ontelbare obscure pioniers. Arjan Vlaming scande de meeste vroege afbeeldingen op de site, wat hem de bijnaam "Scan Man" opleverde. Nu het project goed op weg was, werd Peter Pontiacs prachtige tekening van Amsterdam om de nieuwe website te promoten in augustus 2000 op muismatten afgedrukt. Op 1 september 2000 spendeerde de site Wired.com aandacht aan de Comiclopedia, waardoor de site meer internationale bezoekers kreeg.


De Pontiac-muismat (toevallig gebruikt bij de productie van duizenden Comiclopedia-pagina's!)

Maar al het werk moest worden gecombineerd met de dagelijkse winkelactiviteiten. Het frustreerde Kees een beetje, want het liefste verzamelde hij zoveel mogelijk tekenaars bij elkaar voor zijn Comiclopedia. Daarom waren de vroege artikelen nog zeer kort: vaak minder dan 20 regeltjes voor elke naam voordat Kees alweer verder wilde met de volgende. De oorspronkelijke shortlist voor de Comiclopedia bevatte ongeveer 500 tekenaars en het plan was om het misschien tot 2000-3000 artikelen uit te breiden. Een ietwat bescheiden ambitie, gezien dat, anno 2023, de Comiclopedia meer dan 14.000 artikelen telt! Naarmate ons enthousiasme groeide, gebeurde hetzelfde met de Comiclopedia.


Fragment uit een strip van Margreet de Heer over haar tijd bij Lambiek (uit: De Jubelende Jubilaris, 2008).

Margreet de Heer & Bas Schuddeboom
Van alle vroege Comiclopedia-medewerkers springen twee mensen eruit. Op 22 maart 2000 kwam Margreet de Heer voor een periode van vijf jaar in dienst als webredacteur. In februari 2001 kreeg ze assistentie van Bas Schuddeboom, die aanvankelijk gewoon de zoveelste stagiair was. Beiden namen hun werk zeer serieus op en verhoogden zowel de kwanti- als kwaliteit. Margreet is een goede schrijfster, die alle essentiële informatie wist samen te brengen in compacte, leesbare teksten. Ze maakte er een erezaak van om elke zin dubbel na te kijken, vooral de spelling. Alhoewel Margreet interesse had in allerlei stripauteurs behoorden sociaal bewuste tekenaars, literaire strips, vrouwelijke auteurs en Nederlandse striptekenaars uit de recente decennia tot haar specialiteit. Dit maakte haar de perfecte medewerker voor Kees' andere projecten, zoals de in opdracht gemaakte artikelen en essays, toespraken, het Almere-project en het online overzicht van de Nederlandse stripgeschiedenis.


De eerste Comiclopedia-pagina van Bas Schuddeboom. Nog erg eenvoudig, vergeleken met de huidige versie na talloze herschrijvingen.

Bas Schuddeboom is digitaal onderlegd, een snelle typist en in staat om vloeiend Frans te lezen. Gezien het hoge aantal Franco-Belgische tekenaars die moesten worden toegevoegd, nam Kees hem vanzelfsprekend aan, ook al had hij op dat moment al twee stagiaires rondlopen. Bas heeft een grote hoeveelheid interesses, maar zijn grootste specialiteit zijn Franco-Belgische tekenaars, vooral degenen die voor uitgeverij Dupuis en het weekblad Robbedoes hebben gewerkt, evenals Disney-tekenaars en Nederlandse auteurs. Het was daarom niet zo vreemd dat zijn eerste twee artikelen over François Walthéry, tekenaar van 'Natasja', en Marc Hardy, de tekenaar van 'G. Raf Zerk', gingen.

Vanaf het moment dat hij in 2002 stageliep bij het vrolijke weekblad Donald Duck begon hij ook meer Disney-tekenaars aan de site toe te voegen. Op zeker ogenblik werd hun aantal zo groot dat het Kees de keel uit begon te hangen. "Nou, we hebben wel genoeg van die eendenovertrekkers," verzuchtte hij dan. Op een gegeven moment maakte Bas zelfs een aparte pagina aan waarop alle Disney-tekenaars met een eigen Comiclopedia-artikel werden gerubriceerd. Toen deze lijst één van onze drukst bezochte pagina's werd veranderde Kees al snel van houding en gaf hij zichzelf, gekscherend, een schouderklopje dat hij Bas maar mooi had overtuigd om al die anonieme onbezongen helden toe te voegen.

Dan Schiff
Een andere belangrijke medewerker uit deze vroege jaren is Dan Schiff uit Californië. Hij was al sinds de vroege jaren 1990 klant en fan van Lambiek en wilde maar wat graag werken voor, naar eigen zeggen, "de beste stripwinkel van de planeet". Daarom bood hij zijn diensten aan als eindredacteur voor de Comiclopedia. Hij checkte niet alleen of grammatica en stijl in orde waren, maar ook of de links naar externe websites nog actief waren. Daarnaast hielp hij met het "hertalen" van bepaalde zinnen naar Amerikaans-Engels in plaats van Brits-Engels (zodoende schrijven wij bijvoorbeeld "humor" en niet "humour"). Tussen 2001 en 2005 doorliep hij driemaal elke pagina op de Comiclopedia, van A tot Z. Bij elkaar bekeek hij (en wat betreft oudere pagina's, herbekeek hij) zo'n 10.000 pagina's.


Oude startpagina van de Nederlandse Stripgeschiedenis, met header geletterd door Peter Pontiac.

De Nederlandse Stripgeschiedenis
Naast de nog maar net gelanceerde Comiclopedia begon Kees in samenwerking met Margreet al meteen zijn volgende grote project. De Nederlandstalige sectie van de site werd nieuw leven ingeblazen dankzij een uitgebreide kroniek van de Nederlandse stripgeschiedenis. Deze sectie was eigenlijk een geüpdatete en uitgebreide versie van Kees' oude boeken 'Strip voor Strip' (1970) en 'Wordt Vervolgd' (1980), beiden tot op dat moment de definitieve gidsen wat betreft Nederlandse en Vlaamse striptekenaars. In januari 2001 werden de eerste pagina's gelanceerd, ruwweg verdeeld per decennium en publicatietype. Kees dicteerde veel artikelen persoonlijk en selecteerde de plaatjes, maar Margreet nam het leeuwendeel van het onderzoek en schrijfwerk voor haar rekening. Ze ontwierp ook de "roll-over" navigatiebuttons, waarvoor Rick haar de koninklijke titel "Icon Queen" toekende. Veel info werd dus uit Kees' boeken gehaald, maar het team nam ook contact op met tekenaars zelf voor meer bijgewerkte biografische data. Dat we slechts op de drempel van het digitale tijdperk stonden bleek uit het feit dat veel artikelen eerst handgeschreven werden en daarna overgetypt, terwijl tekenaars als Joost Swarte, Dick Matena en Peter Pontiac hun geüpdatete resumés doorfaxten.


Dick Matena en Peter Pontiac stuurden in 2000 hun resumé per fax.

In de jaren daarop bleven Kees, Margreet en later ook Bas deze Nederlandse sectie uitbreiden. Elk decennium had uiteindelijk een hoofdstuk over krantenstrips, stripbladen en reclamestrips, evenals thematische pagina's binnen die specifieke tijdsperiode. Nederlandse stripbladen kregen hun eigen artikel, alsmede de belangrijkste Nederlandse auteurs, ter aanvulling van hun Engelstalige profiel in de Comiclopedia. Sitebezoekers hielpen ons regelmatig, zoals Ernst Slinger die ons veel informatie stuurde over het obscure blad Stripfilm uit de jaren 1940. Hans Matla's immense stripboekenverzameling en handige catalogi waren een grote hulp. Kees ging regelmatig langs bij Jos van Waterschoot, de beheerder van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdamse, waar ook het Stripdocumentatiecentrum is ondergebracht. Deze bezoekjes leidden er meestal toe dat Kees met stapels krantenknipsels en obscure bladen terugkeerde om scans van te (laten) maken.


De twee geschrapte illustraties van Fred Julsing uit zijn "Herinneringen aan de Toonder Studio's"..

De Nederlandse sectie leverde ook interessante anekdotes en obscuriteiten op. Een speciaal hoofdstuk gaat over de Toonders Studio's, met persoonlijke herinneringen van ex-medewerkers als Albert van Beek, Siem Praamsma, Fred Julsing, Harry van den Eerenbeemt, Patty Klein en Ed van Schuijlenburg. In november 2002 liet Dick Matena ons via mail weten dat hij het volstrekt oneens was met Fred Julsings herinneringen. Een tijdlang heerste er een ware polemiek op de site, maar uiteindelijk wisten we via een ingekorte versie van Julsings herinneringen de gemoederen te bedaren. Een van de discussiepunten in het Julsing-Matena gekibbel was de anekdote dat de twee tekenaars via een fietsenstalling hadden ingebroken om op de studio te overnachten. Een ander twistpunt was Julsings beschrijving van een van woede overkokende Matena wanneer een vroegere studiochef slechts werd genoemd. Beide passages werden verwijderd uit het artikel, waardoor ook twee illustraties kwamen te vervallen.

Een andere pagina voorziet in wat onbedoelde humor. Toen hij in 2002 stageliep op de Donald Duck-redactie bladerde Bas door oude nummers en ontdekte hij dat de redacteur van sommige columns - die onder het pseudoniem "Oom Donald" schreef - een erg knorrig persoon was. Hij zeurde vaak over de "jeugd van tegenwoordig", terwijl diezelfde kinderen zijn doelpubliek waren! De toon van sommige voorwoorden kon zelfs vrij agressief zijn. Bas vond deze oude mopperkont te onweerstaanbaar om geen artikel aan te wijden en verzamelde enkele van de meest markante voorbeelden: Hier spreekt Donald Duck!.

Aanvankelijk was de hele Nederlandse Stripgeschiedenis in onze eigen taal geschreven, maar in 2003 maakte Margreet er ook een ingekorte versie in het Engels van.


Margreet de Heer in de Lambiek studio, 2002.

Virtuele expo's en andere nieuwe secties
In de vroege jaren werden nieuwe secties gestaag toegevoegd. Tegelijk met de fysieke exposities in onze galerie liet Lambiek.net virtuele exposities zien van het tekenwerk, dat ook online besteld kon worden. Arjan Vlaming spendeerde vele uren aan het schrijven van de code voor onze eerste online winkel, daarbij technisch ondersteund door Adam Laurie en zijn ploeg van A.L. Digital in Londen. Arjans winkel was slechts even online in de periode 2004-2005, waarna problemen met de server voortzetting verhinderden. Het zou acht jaar duren voordat een nieuwe webwinkel online kwam, maar daarover later meer. Op 21 maart 2002 werden nieuwe informatieve secties toegevoegd, waarbij op specifieke momenten in de stripgeschiedenis werd gefocust, zoals Dr. Fredric Wertham en de Comics Code, maar ook nieuwe artikelen over specifieke tijdschriften. Op 21 juni 2002 ontving de eerste stripuitgever zijn eigen artikel: William Randolph Hearst. Specifieke stripgenres en hun geschiedenis, zoals underground-strips en erotische strips, kregen ook eigen pagina's. Het zal niemand verbazen dat onze pagina over erotiek in strips tot op de dag van vandaag de meest bezochte is.

Technische blabla
Terwijl de Comiclopedia bleef groeien doken er ook technische problemen op. De oorspronkelijke blauwe site was geen database, maar bestond uit duizenden individuele .html files die handmatig geüpdatet moesten worden. Rick had zijn uiterste best gedaan om een consistente onderliggende broncode te bedenken, die hem toestond om met een zoek-en-vervangopdracht in één keer honderden bestanden te wijzigen. Maar hij hield geen rekening met de overenthousiaste schrijvers Bas en Margreet, die de site dagelijks volstouwden met nieuwe plaatjes en artikelen, hierbij vaak zijn zorgvuldig gemaakte sjablonen overhoop gooiend. Arme Rick probeerde vaak nachten achtereen de schade te herstellen, om er daarna overdag nog eens even net zo lang over te klagen. Gelukkig wist hij uiteindelijk het team drillen tot een scrupuleuze werkethiek. Vanzelfsprekend waren dat niet de enige problemen. Op zeker moment kon het programma waarin we de html-pagina's aanmaakten het aantal bestanden niet langer bijhouden en verloor simpelweg het overzicht, wat ons dwong om nog meer zaken handmatig te doen. Om de kosten voor de bandbreedte te drukken verhuisde de site naar een web-hosting faciliteit in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Maar we overschreden toch nog regelmatig onze maximum opslagruimte, waardoor er op geschikte tijdstippen overzeese telefoontjes nodig waren om onze hostinglimieten uit te breiden of een "schorsing" op te heffen.


Bas Schuddeboom in de Lambiek Studio in 2003, waarschijnlijk broncode aan het vernietigen.

De groei van de site vereiste ook inspanningen om hem gebruiksvriendelijker te maken. Oorspronkelijk werd de tekenaarsindex op "voornaam achternaam" gemaakt, wat de alsmaar uitbreidende namenlijst tamelijk onoverzichtelijk maakte. Bas en Margreet brachten in 2001 een hele zomerdag door met het één voor één omzetten van elke naam naar "achternaam, voornaam". Jaren later, in 2005, had niet alleen onze editing software, maar ook het hele besturingssysteem schoon genoeg van de inmiddels duizenden bestanden, die allemaal in één map waren ondergebracht. Rick moest ze in nieuwe mappen onderbrengen, eentje voor iedere letter van het alfabet. Dit betekende dat elke pagina een nieuwe weblink kreeg. Bijvoorbeeld, de URL voor onze pagina voor Will Eisner was oorspronkelijk "lambiek.net/artists/eisner.htm", maar veranderde nu in "lambiek.net/artists/e/eisner.htm". Aangezien zoekmachines deze veranderingen destijds niet zo snel oppikten als tegenwoordig, moest het hele Internet gealarmeerd worden over deze herschikkingen. Wie zijn best doet kan posts door Bas Schuddeboom over deze herschikking nog steeds op diverse oude fora teruggevinden (maar waarom zou je?).

Hoe dan ook... al deze tamelijk technische en bij momenten monotone werkzaamheden stonden ons toe om dit gekoesterde project te blijven uitbreiden. Op 23 januari 2003 werd Nick Percival de 3.500ste tekenaar op de site. bp Nichol werd op 11 oktober 2005 het 6.000ste artikel. En velen zouden volgen...


Margreet and Kees at work, by Margreet de Heer (from: De Wereld van de Nederlandse Strip, 2005).

Volgende hoofdstuk: Lambiek op Lambiek.net: groei (2005-heden)