Stripgeschiedenis
1980-1990 Tijdschriften
Wordt Vervolgd covers van Lian Ong, Bert van der Meij en Theo van den Boogaard.
In de tachtiger jaren maken we niet alleen kennis met een groot aantal nieuwe Nederlandse tekenaars, maar ook het aantal stripbladen groeit, waarvan vele helaas een kort leven beschoren is. In het Franstalige À Suivre (Wordt Vervolgd) vinden we vele moderne Franse tekenaars zoals Jacques Tardi en Loustal, maar vooral in het begin ook veel Nederlanders zoals Peter Pontiac, Lian Ong, Bert van der Meij en Theo van den Boogaard.
Het blad Titanic van uitgeverij Comic Design onder redactie van Peter de Smet, Renée van Breukelen en Frits van der Heide (en later Hans van den Boom en Peter de Raaf), publiceert van 1984 tot 1989 werk van Gerrit de Jager, Peter de Wit en Hanco Kolk. De liefhebber van volwassen strips krijgt verdere kwaliteit voorgeschoteld met het werk van buitenlanders als Alex Varenne, Floc'h en Tanino Liberatore. Ondertussen loopt ook 's Neerlands MAD, reeds in 1964 uit Amerika geïmporteerd, nog steeds door.
F.C. Knudde krijgt in 1983 ook zijn eigen tijdschrift. Naast de bekende voetbalstrip van Toon van Driel, wordt ook 'Olivier Blunder' van Greg in het blad gepubliceerd
Covers voor Coyote van Henk van de Meij, Kees de Boer en Frans Leenheer.
Ook in de amateursferen wordt hard gewerkt. Het blad Coyote van Henry van Hooff verenigt een groep amateurtekenaars uit verschillende delen van het land. Het blad wordt uitgegeven in Amsterdam, maar bevat ook werk van de tekenaars van Studio Arnhem (Kees de Boer, Ben Jansen, Hanco Kolk). Naast deze groep, zijn de belangrijkste tekenaars Marius Brouwer (met 'Daan Maliebaan'), Rob Hogenbirk, Henk van de Meij, Aak Buur en Wout Paulussen, allen opmerkelijke talenten. Het blad werd verspreid door Drukwerk en lag zelfs bij de AKO.
'Jonah', door Hanco Kolk (Coyote #6, 1984).
In februari 1984 verscheen een nieuw amateurblad op de markt: Yèch. Initiatiefnemer was Willem Ritstier, in samenwerking met Yumbo-Offset. Het blad vormde de eerste in een lange rij samenwerkingen tussen Ritstier en Minck Oosterveer, die vanaf het begin in de redactie zat. Andere redactieleden waren Adri van Kooten en Caren Peeters. Rob Phielix, Peter Hulpusch en René Uilenbroek leverden bijdragen.
Vanaf juni 1985 wordt het blad na het zesde nummer overgedragen aan het reclamebureau Pinpoint Productions, dat nog drie nummers op de markt brengt in opdracht van uitgeverij Oberon. Het voornaamste doel van Pinpoint/Oberon was om nieuw talent te kweken voor Eppo/Wordt Vervolgd, onder begeleiding van Wilbert Plijnaar.
Rhaa Lovely, Vlijmscherpe Humor, de Nederlandse variant van het Franse blad Fluide Glacial.
Na bij De Vrije Balloen en uitgeverij Espee de kneepjes van het vak goed te hebben geleerd creëerden Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen (samenwerkend onder de naam Prutswerk) in 1980 'De Familie Doorzon' voor Nieuwe Revu. Deze beslist niet doorsnee familie won al gauw een enorme populariteit, en bleef tot in de 21ste eeuw een vast en zeer gewaardeerd onderdeel van de Nieuwe Revu.
'Doorzon', van Gerrit de Jager.
In 'Doorzon', maar ook in een aantal andere strips, ontwikkelde De Jager zich tot een uitmuntend satiricus die razendsnel reageerde op actuele gebeurtenissen in de Nederlandse samenleving.
Pardon Lul #1, 2 en 3, door Hein de Kort.
In het kielzog van De Jager zorgden Hein de Kort en Eric Schreurs voor de meest onwaarschijnlijke doorbraak van de jaren tachtig. De inktvlekken van De Kort blijken bij nauwkeurige studie mannetjes met hoedjes en grote dikke vrouwen voor te stellen. De cartoons en strips die hij er mee volstouwt maken op hilarische wijze korte metten met alles wat naar kleinburgerlijkheid zweemt
'Garage Krikkemans', door Hein de Kort.
Zijn kameraad Schreurs wordt geobsedeerd door alles wat smerig is. Dat resulteerde in de vadsig getekende Joop Klepzeiker-gags uit Nieuwe Revu die in een opzienbarende hoeveelheid de Hollandse huiskamers belandden. En dat terwijl het een paar decennia geleden ondenkbaar was geweest dat een dergelijke strip ooit in het openbaar verspreid zou mogen worden.
'Joop Klepzeiker' door Eric Schreurs (1984).
De zanger en entertainer Dolf Brouwers, die in de veertiger jaren zijn hoogtepunten had gehad met liedjes als: "Eens zal de Betuwe in bloei weer staan", inspireerde Wim T. Schippers tot het creëren van het typetje Sjef van Oekel in enkele shows voor de VPRO-televisie. Dankzij Theo van den Boogaard wordt Van Oekel in 1976 voor Nieuwe Revu tot stripfiguur verheven. Na 25 afleveringen verdwijnt de strip echter alweer, om in de jaren '80 groots terug te keren in Van den Boogaards inmiddels kenmerkende Klare Lijn-stijl. Wanneer de getekende figuur van Van Oekel steeds realistischer vormen gaat aannemen en zijn avonturen steeds bizarder worden, voelt Dolf Brouwers zich in zijn goede eer en naam aangetast. Temeer daar hij tevergeefs op een percentage van de opbrengst wachtte, ging hij naar de rechter om verdere uitgaves van deze populaire serie te voorkomen. Reeds!
Links: Van Oekel's eerste optreden in Nieuwe Revu, 1976.
"Toen het tweetal acht jaar geleden met die strip begon, was ik aanvankelijk in mijn nopjes. Het idee dat er naar aanleiding van mijn succes een strip werd gemaakt streelde. Hoewel ik er geen cent wijzer van werd, beschouwde ik het als een erkenning voor mijn werk. Maar toen werden die stripboeken steeds schunniger. De Sjef van Oekel in die boeken begon meer en meer te vloeken. Ook de schuttingtaal die hij uitkraamde, begon me te irriteren. Alsof het allemaal niet genoeg was, begon hij ook achter de meisjes aan te zitten. Het gevolg is dat veel mensen nu denken dat ik, Dolf Brouwers, al die dingen óók doe in het dagelijks leven!"
Zone U-3 (Rebel Comics #1).
Het blad Rebel Comics was een underground/amateurblad met veelbelovende tekenaars als Peter van Dongen ('Drayer') en Eric Heuvel ('Zone: U-3'). Het blad werd verder vrijwel geheel volgetekend (o.a. 'Jopie McDopie') door Stan Heinze, die in later jaren als karikaturist op festivals furore maakt.
Maar hiermee hebben wij nog lang niet alle amateurbladen uit de jaren '80 genoemd. Zo waren er ook nog kortstondig Fenomeen (maar liefst acht nummers tussen 1980 en 1982), het gestencilde TNT (zes nummers in 1983 en 1984), Briknazarr uit Groningen (twee nummers in 1985), Verknipt uit Den Hoorn (één nummer in 1986) en Amateurstripblad Debuut.