Stripgeschiedenis

2010-2020 De digitale stripwereld


Fotostrip van Ype Driessen.

Voor de meeste tekenaars blijkt het maken van een dagelijkse webcomic niet vol te houden. Veel van de strips die in het vorige decennium zijn opgestart, zijn inmiddels stopgezet. Alleen Floor de Goede gaat dapper door met een dagelijkse strip op doyouknowflo.nl, waarvan inmiddels ook al zeven boeken zijn verschenen. De strip, die in 2004 is gestart, is hiermee de langstlopende Nederlandse webcomic. Een andere prominente stripmaker die vooral online publiceert is Ype Driessen. Ook hij post bijna dagelijks openhartige en geestige fragmenten uit zijn leven, maar dan in de vorm van fotostrips. Driessen heeft het genre van haar ietwat oubollige imago ontdaan, en ziet zijn werk inmiddels ook gepubliceerd in Volkskrant Magazine, FD, Hitkrant, sQueeze, Carp* en Veronica Magazine. Een nieuwkomer is de Utrechtse illustratrice Vera van Groos, die van 2010 tot 2016 een elke dag een stripje over haar leven post.


Links: een dagstrip van Vera van Groos.
Rechts: Merel Barends publiceerde op Drawing the Times een aangrijpende strip over de zelfmoord van haar broertje.

Op het internationale platform Drawing The Times kunnen makers van stripjournalistiek hun cartoons, stripreportages en infographics plaatsen. De site heeft tot doel het belang van de beeldtaal voor expressie en communicatie uit te dragen. Nederlandse auteurs die betrokken zijn bij het project zijn Merel Barends, Aart Taminiau, Jan-Willen Spakman, Jip Brantjes, Milou van Montfoort, Jules Calis, Margreet de Heer, Floor de Goede, Anne Stalinski en Bas van der Schot.


'Jacco', de strip van Alex Wesselink voor de iPad.

De opkomst van smartphones, tablets en social media biedt ook de stripmarkt nieuwe kansen op het gebied van online communicatie. Alex Wesselink ontwikkelt in 2011 speciaal voor de iPad de strip 'Jacco'. Het verhaal over een rampzalige stage bij een Amsterdams taxibedrijf kan met een speciale app uit de iTunes Store worden aangeschaft. Naast de strip ontwikkelde Wesselink ook eigenhandig de app, waarmee van pagina naar pagina kan worden geswipet, ingezoomd en achtergrondinformatie worden bekeken. Pascal Oost biedt een jaar later ook zijn 'Harold Hops' verhaal 'Epoque' aan via iTunes, waar ook krantenstrips als 'F.C. Knudde' (Toon van Driel), 'Elsje' (Valkema en Hercules) en 'De Rode Kater' (Studio Jan Kruis) ook via een app te lezen zijn.

De drie edities van de Stripkrant van de BNS, evenals de jeugdbladen Donald Duck en Tina zijn eveneens op de tablet te lezen. Animator John Croezen en Stripwinkel.nl uit Groningen zijn de initiatiefnemers van Kwynk, het eerste digitale stripblad in Nederland, waarvan tussen 2010 en 2013 zes nummers verschijnen. De titelstrip is een nieuwe productie van de gepensioneerde Jan Kruis over een multiculturele familie. De overeenkomsten met 'Jan, Jans en de Kinderen' zullen de oplettende lezer echter niet ontgaan. Verder bevat Kwynk oud én nieuw materiaal van Jan van der Voo, Martin Lodewijk, Andrea Kruis, Jeroen Steehouwer, Gerard Leever, Minck Oosterveer en Roelof Wijtsma. Vooral het oude jaren '50 werk van Jan Kruis uit Olidin wordt met Kwynk aan de vergetelheid ontrukt.


De strip 'Pim' van Rob van Barneveld staat op de Stroke-site, en verschijnt ook in album bij Syndikaat.

Vanuit Vlaanderen komen in 2013 maar liefst twee digitale stripbladen. In dat jaar lanceert De Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde onder leiding van kersverse voorzitter Peter Moerenhout twee tijdschriften die in pdf-formaat en rechtenvrij aangekocht kunnen worden. Stroke was het tijdschrift voor volwassenen, onder redactie van Moerenhout, en Strike dat voor het hele gezin, onder redactie van Marcel Rouffa. De tijdschriften verschijnen ieder tweewekelijks. Een grote groep bekende en minder bekende Vlaamse stripmakers leveren materiaal, zoals Marc Legendre, Marcel Rouffa, Delphine Frantzen, Dieter Van der Ougstraete, Kristof Spaey, Kim Duchateau, Marc Verhaegen, Serge Baeken en Bart Proost.


'Cotton Candy Latté' van Lae Schäfer is ook te vinden op stroke-strips.be.

Net als bij Moerenhouts papieren tijdschrift Plots (2007-2010) staat ook bij Strike en Stroke de deur open voor Nederlands talent. Zo kunnen aan de toch al lange lijst van medewerkers worden toegevoegd: Jan van Doornspeek, Fred de Heij, Kenny Rubenis, André Slob (É), Bart Nijstad, Margreet de Heer, Joost van Gijzen, Saskia Waterman, Pim Bos, Jorg de Vos, Ranjit Dommisse, Dimitri Jansma, Gert-Jan van Oosten, Romano Molenaar, Aimée de Jongh, Michiel van de Pol, ckoe, Johan de Rooij, Joris de Jong, Karin Blaauwijkel, Abe Borst, Rob van Barneveld, Martien Bos, Charles Guthrie, Age Morris, Victor Zilverberg, Robert van Raffe, Lae Schäfer, Tommy A, Mattt Baaij, Wilbert van der Steen, Marc de Lobie, Manon Bijkerk, Marc van der Holst, Ype Driessen, Dace Sietina, Merel Moonen, Rutgher Coucke en Rob van Barneveld. Strike bleef helaas maar één jaargang bestaan. Wegens teleurstellende verkoopcijfers en de stopzetting van subsidies werd Stroke na de derde jaargang omgevormd tot een website met gratis content (zie www.stroke-strips.be).

Nina Omega by Nile Zegg
'Nina Omega' van Nile Zegg.

Waar de stripmaker in de voorgaande jaren hoopte dat mensen zijn website of weblog zouden vinden, kan hij zijn lezers via Facebook en Twitter veel directer bereiken. Veel van de reguliere dagelijkse krantenstrips verschijnen inmiddels ook online. Aimée de Jongh en Kenny Rubenis plaatsen hun respectievelijke dagstrips 'Snippers' en 'Dating for Geeks' direct door op Facebook, en ook Mark Retera's 'DirkJan' kan hier worden gelezen via de DirkJan Fanclub, hoewel de auteur niet bij dit initiatief betrokken is. Dat oud en nieuw prima samen kunnen gaan blijkt uit de herplaatsingen van de oeroude krantenstrips uit de jaren '30 van Henricus Kannegieter, die als vervolgstrip op Facebook verschijnen. De Amsterdamse ontwerper Nile Zegeling (Nile Zegg) gaat een stapje verder en ontwikkelt zijn strip over de sexy astronaute Nina Omega vanaf 2012 speciaal voor het relatief nieuwe medium.

Kakhiel
'Kakhiel'.

Social media kunnen de stripmaker een enorm groot bereik geven. Eelke de Blouw en Tjarko Evenboer zien veel van hun 'Evert Kwok' cartoons "viral" gaan en de nog immer mysterieuze Kakhiel wordt met zijn melige bewerkingen van oubollige stockfoto's (soms in stripvorm) een waar internetfenomeen.

Een groot succes zijn ook de belevenissen op Twitter van Donald Duck en de andere figuren uit het vrolijke weekblad. Op een vrijdagmiddag in februari 2010 begint de redactie te twitteren met Donald Duck, zijn neefjes, Katrien, oom Dagobert, Willie Wortel en de Zware Jongens. Dit wordt opgemerkt door 3FM-dj en groot Disney-fan Michiel Veenstra, waardoor de zes accounts binnen enkele uren al een paar honderd volgers hebben. Dit loopt in de dagen daarna gauw op, en uiteindelijk wordt het initiatief uitgebreid tot wel veertig figuren! Marketingblogs roemen al gauw de "zorgvuldig uitgedachte contentstrategie" van deze "marketingcampagne", maar in werkelijkheid is een viertal redacteuren aan het experimenteren geslagen zonder groots vooropgezet plan. De humor van het weekblad blijkt voldoende te zijn om van "Duckstad Twitter" een succes te maken.

De wisselwerking tussen strip en online karakter wordt in 2017 ook door Maia Matches toegepast. Ruby Riveter is de hoofdpersoon in haar nieuwe webcomic over online dating, maar je kunt haar belevenissen ook volgen op Facebook en Instagram. 

Tot slot kunnen wij nog melden dat Nederland zijn eigen Stripvlogger heeft! Sinds 2015 bespreekt Marcel Haster op Youtube nieuwe strips en doet hij verslag van stripevenementen. Journalist Robin Vinck vulde eind 2016 zijn website Stripjournaal aan met een podcast, waarin hij diverse personen uit de stripwereld aan het woord laat, vanaf 2018 met Personalia-uitgever Seb van der Kaaden als vaste sidekick. En waar Nederlandse en Vlaamse stripliefhebbers en -journalisten elkaar voorheen vooral op fora troffen, zijn in dit decennium Facebook-groepen als Stripknip (geïnitieerd door Gert Fransen) zeer actief!