Stripgeschiedenis
Okki, Jippo en Taptoe
De schoolbladen van De Spaarnestad/Malmberg
Op 1 oktober 1953 begon het nieuwe schooljaar goed voor de Katholieke jeugd. Want vanaf dat jaar verspreidde uitgeverij De Spaarnestad voor 15 cent per nummer twee nieuwe tijdschriften op de Nederlandse scholen; Okki voor de lagere klassen en Taptoe voor de hogere. Dat maakt beide bladen eigenlijk de oudste en langstlopende jeugdbladen van Nederland. Zeker als je bedenkt dat Okki en Taptoe voortzettingen zijn van respectievelijk Kleuterblaadje en (Weekblaadje voor de) Roomse Jeugd, bladen die al vanaf 1916 van de persen van de Haarlemse uitgeverij rolden.
Voorplaten van Roomsche Jeugd (2/7/1927) en Kleuterblaadje (3/2/1924)
Omslagillustraties van C. Damen
Weekblaadje voor de Roomse Jeugd en Kleuterblaadje
Een lange geschiedenis dus! En het Weekblaadje voor de Roomsche Jeugd bestond eigenlijk nóg langer, want het was ten dele een voortzetting van Roomsche Jeugd - Kindertijdschrift, dat van 1911 tot 1915 wekelijks door Malmberg in Nijmegen werd uitgegeven.
Vroeg stripje en een advertentie uit het Weekblaadje voor de Roomsche Jeugd
Naast vooral veel tips hoe een kuis en godvruchtig leven te leiden, spelletjes en knutseltips ("voor na het huiswerk"), bevatte het weekblaadje inderdaad ook enige illustraties, mopjes (zoals links) en zelfs een enkel stripverhaal. In de jaren '20 waren dit slechts kleine stripjes van de Fransman Benjamin Rabier, maar vanaf 1931 volgden ook lange verhalen. Allereerst een ballonstrip zonder titel over een kwajongen, die tot 1934 met telkens 12 plaatjes per aflevering liep.
Kees Kogel (1935)
Boy ten Hove maakte vervolgens 'Kees Kogel', over de avonturen van een kogelrond jongetje. Daarna kwam 'De Avonturen van Pedro en José', door Fred Hofmans. Een andere tekenaar die veelvuldig in de Roomsche Jeugd publiceerde was Frans Funke Kuper. Vanaf 1937 verzorgde hij een zestal vervolgstrips met tekstballonnen, die onder meer de belevenissen van figuurtjes als Pukkie, Kobus Knol en Thijs Slof vertelden. Ook Piet Broos en Theo Funke Kuper, de broer van Frans, verzorgden illustraties voor het blad.
Avonturen van Pedro en José (1935)
In het Kleuterblaadje zien we dezelfde tekenaars terug. Het kleine broertje van Roomsche Jeugd bevatte versjes en verhaaltjes en vanaf de jaren '30 enkele stripverhalen. Boy ten Hove verzorgde in 1937 de tekststrip 'Piet en Puk', en in datzelfde jaar begon Theo Funke Kuper met 'De Verstrooide Professor' (links), een strip die tot 1966 op de achterkant van Okki (maar dan met twee professoren) werd voortgezet. Piet Broos maakte in 1939 eveneens de 'schimmenstrip' over 'Professor Pienterbult'.
In de jaren '20 werden strips in het Kleuterblaadje schaamteloos gekopieerd uit het buitenland. Zie hierboven de "Nederlandse variant" op de Katzenjammer Kids (links). Ook de rijmpjes uit Kleuterblaadje waren niet voor de poes (rechts)!
In 1941 werd de publicatie van zowel het Kleuterblaadje als de Roomsche Jeugd gestaakt. Pas in 1946 keerden beide bladen terug, om vervolgens in 1953 onder de namen Okki en Taptoe een doorstart te maken.
Onze Kleine Katholieke Illustratie
De naam Okki kwam in 1953 trouwens niet uit de lucht vallen. Van september 1936 tot september 1941 had de Katholieke Illustratie namelijk een jeugdbijlage met de titel Onze Kleine Katholieke Illustratie, die werd afgekort tot O.K.K.I.. Hierin werden buitenlandse strips gepubliceerd zoals 'Prins Valiant, ridder zonder vrees' van Hal Foster, 'Pitje en Pauke' ('Zig et Puce' van Alain Saint Ogan) en 'Ganzelientje' ('Bécassine' van Emile-Joseph Pinchon). De laatste twee strips werden van het origineel overgetrokken, zoals indertijd wel vaker voorkwam bij uitgeverij De Spaarnestad.
Van eigen bodem kwamen 'Van Kwik-Kwak het Kikkertje' door Piet Worm en Tom Drost, 'Japie Lef' door Hanni Bal, en verder vele strips die ook in Sjors verschenen, zoals 'Monki's Reis om de Wereld' van Bernardus Antonius J. Reith.
Katholieke boodschap
Okki en Taptoe hadden aanvankelijk nog duidelijk een stichtelijke toon. In de redactie zat zelfs een Bischoppelijk censor, eerst de heer P. J. M. Heskens en dan, vanaf 1958, drs. Th. Zwartkruis. In het colofon werd een stempel van de Keurraad voor Katholieke Jeugdlectuur afgedrukt.De verhaaltjes en versjes hadden een stevige moraal en er werd veel aandacht besteed aan de kerkelijke hoogfeesten. Toch had het geheel al een wat vrolijkere uitstraling dan bij de twee voorgangers. In Okki werden de lezertjes welkom geheten door Okki, het mannetje in de Lolliestraat, met zijn hoofd zo rond als een schotel, ogen als zwarte krenten en een rood mutsje. Later werd hij bijgestaan door Ukki en Pim. En dat terwijl in het Kleuterblaadje de kleine lezertjes nog werden opgeroepen om te bidden voor de "gelovige zielen die in het vagevuur lijden"!
Ali Baba van Piet Broos, uit Okki
Door de verdergaande ontzuiling en ontkerkelijking verdween de Katholieke boodschap uiteindelijk helemaal. Okki en Taptoe werden algemene bladen toen ze in 1966 werden ondergebracht bij Malmberg (inderdaad, de oorspronkelijke uitgever van Roomsche Jeugd). Deze schoolboekenuitgeverij was twee jaar eerder onderdeel geworden van de VNU, waartoe ook de voormalige Spaarnestad behoorde.
Strips uit Okki
In de eerste Okki-jaren was Piet Broos een van de prominente tekenaars. Hij werkte al voor de oorlog voor Roomse Jeugd en Kleuterblaadje, en maakte van 1956 tot 1964 de strip 'Ali Baba' voor het voormalig Kleuterblaadje. Andere vroege medewerkers waren eerder genoemde Theo Funke, maar ook Vilhelm Hansen uit Denemarken met 'Pol' (1961-62), Gerard Wiegel met 'Kimo en Kaja' (vanaf 1965), Willy Lohmann met 'Okki en Ankie' (1965-66) en Woeloem met 'Stoffertje Zuig' (1967-68), 'Manusje van Alles' (1968-70), 'Boerensloot' (1970-72) en 'Spatje' (1977-78).
Manusje van Alles, door Woeloem
In de jaren '70 publiceerde het blad vroeg werk van Joost Swarte ('Katoen en Pinbal'), maar ook 'Puk de Nar' en 'Ragebol' door Stef van Stiphout. Patty Klein schreef 'Okki Bokki Boef', een nieuwe titelstrip met tekeningen van Ton Beek, en 'Joep, Jolleke en Pots', met tekeningen van Jan van der Voo.
Plumoo van Michel Douay
Strips in Taptoe
Taptoe maakte in de eerste 30 jaar van zijn bestaan veel gebruik van buitenlandse strips, zoals 'Oscar en Isidoor' van F.A. Breysse (1955-61), 'Mikkie de Mot' door Dick Millington (1962-66), 'Humpie Hunebed' door Erik (1969-74), 'Natalie' door Lenoir, Bernard Dufossé en Jacques Lob (1969-75), 'Plumoo' van Michel Douay (vanaf 1970) en 'De boze grootvizier' (niemand minder dan 'Iznogoedh') van Jean Tabary en René Goscinny (1971-72).
Uit Nederland kwam vroeg werk van Jan Steeman ('Rik, Clio en Pluk', 1960), Jan Kruis ('Tommy', 1966-67), evenals strips van Willy Lohmann ('De familie Spokeling'), Piet Jansen ('Billie en Buster', oftewel 'Tom en Bola'), Ben Verhagen ('Gwenny en Florian'), Fred Julsing ('Robinson') en Guus Kool ('Mannus', 'Urbanus'). Links een Taptoe cover uit 1979 van Guus Kool.
In 1958 ging het Katholieke jeugdblad De Engelbewaarder van de R.K. Jongensweeshuis in Tilburg op in Taptoe en vanaf eind jaren '60 verscheen jaarlijks een winterboek. Aanvankelijk was dit voor Okki en Taptoe samen, later voor beide bladen afzonderlijk, hoewel Okki in de periode dat Jippo liep het winterboek weer moest delen.
Jippo
In 1974 bleek uit een enquête dat er een groep kinderen was die te oud was voor de verhaaltjes uit Okki, maar nog niet de vaardigheden had om de Taptoe te lezen. Daarom lanceerde Malmberg in dat jaar een derde jeugdblad, voor de kinderen uit de tweede en derde klas: Jippo. De "redactie" werd gevoerd door de fictieve figuurtjes Jippo en Jippientje, die steevast vergezeld door hun cavia Pluis, de lezertjes welkom heetten.
Freezer en Albedil, door Jan Vervoort (Jippo, 1978)
Jippo bestond uit verhaaltjes, deels om zelf te lezen en deels om voorgelezen te worden, pagina's met wereldoriëntatie en knutselpagina's. Een aantal Jippo-strips stond eerst in Okki, zoals het uit Frankrijk afkomstige olifantje 'Trompetje' van Robert Moreau en Joost Swarte's 'Katoen en Pinbal'.
Patty Klein was ook weer van de partij als schrijfster van 'Flip en Flossie' (tekeningen: Ton Beek) en vooral 'Erik en Opa' (tekeningen: Jan van Haasteren), en ook Ben Verhagen tekende voor Jippo (de strip 'Mispoes'). Het figuurtje 'Eefje', van de Italiaanse tekenares Graziana Nidasio, kreeg een eigen rubriek getiteld 'Eefje weet raad'.
De schat van het landje, door Fred Julsing (Jippo, 1978)
In de jaren '80 kwamen enkele tekenaars uit de Espee-stal het blad Jippo versterken. Paul Bodoni tekende 'Het scheepsjournaal van Eureka!' en Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen publiceerden in Jippo de eerste afleveringen van 'Roel en zijn Beestenboel', maar ook 'Jan Willem weet raad'. Verder plaatste het blad werk van Toon van Driel, Eric Schreurs, Thé Tjong-Khing, Fred Julsing en Jan Vervoort. Om het hele lagere onderwijs te kunnen bedienen was er voor de kleuters tussen 1975 en 1982 ook nog het blad Primo.
De rubriek Jip-Tips gaf de lezer nuttige adviezen voor alledag
In 1983 ging het niet goed met de bladen van uitgeverij Malmberg. Zo slecht zelfs, dat men in oktober van dat jaar bekendmaakte dat de publicatie van Okki, Jippo en Taptoe met ingang van het schooljaar 1984/85 zou worden gestaakt. Gelukkig kreeg Malmberg van VNU de kans om het tij te keren. Voor Jippo viel na tien jaar wel het doek; Okki en Taptoe bleven gespaard maar gingen wel tweewekelijks verschijnen. Okki was vanaf dan voor de groepen 2 en 3 en Taptoe voor de groepen 4 tot en met 8. Het aantal redactieleden werd teruggebracht en er werd meer werk van buiten aangetrokken.
Kinderboekenillustratoren in Okki
Het titelfiguurtje van Okki heeft in de loop der jaren een hoop gezichten gehad. Na het mannetje in de Lolliestraat uit de jaren '50 en 'Okki Bokki Boef' in de jaren '70, is Okki vanaf de jaren '90 onderdeel van een dierenstrip van Marjorie van Doorn. Het tekenwerk van Van Doorn is in de jaren '80, '90 en 2000 het visitekaartje van de Okki. Gedurende vele jaren liet ze een grote schare aan dierenfiguurtjes optreden in strippagina's op de tweede pagina. Zo waren daar 'Wollie en Kokmeeuw', 'Hannie Honingbij', 'Sjaan Zwaan', 'Arie Arend' en vanaf 1989 'Ollie Olifant', die al vrij gauw werd bijgestaan door Okki, een beestje waarvan de soort niet bekend is.
Okki door Wilma en Marjolein van Doorn
Het overige tekenwerk in Okki werd in de jaren '80 en '90 grotendeels verzorgd door illustratoren van jeugdliteratuur, zoals Jan Venema, Anky Spoelstra, Frank Smulders, Rob Spier, Marjolein Krijger, Ivo de Weerd, Julius Ros en Marieke Scholten. Zij illustreerden (en schreven soms ook) versjes en plaatjesverhalen.
Joco et Pajo van Isabelle Wilsdorf uit Okki
Echte strips waren 'Pluis en Pitje' van Anne van Leur en de uit Frankrijk afkomstige strips 'Blafferd' van Martin Berthommier en 'Bozzi' van Isabelle Wilsdorf. 'Loeki de Leeuw' was natuurlijk bekend van de reclameblokken op tv, maar in 1986 verscheen hij ook als strip op de achterkant van Okki, met tekenwerk van Wil Raymakers. En laten we vooral het poëtische 'Annemoon' van Piet Wijn en Patty Klein uit de vroege jaren '80 niet onvermeld laten.
Annemoon, door Piet Wijn en Patty Klein
Toen Marjorie van Doorn in 2006 naar Texel verhuisde, ontwierpen Dirk van Dulmen en Herman Roozen een nieuwe titelstrip voor Okki. Het werd opnieuw een dierenstrip, maar met andere figuren. Roozen schreef in dezelfde periode ook de belevenissen van 'Ruimtepiraat Rick' voor tekenaar ckoe. Andere tekenaars waren Fréderiek Westerweel en Jaap de Vries. In 2000 startte Evert Geradts in Okki de 100% computergeproduceerde strip 'Kos & Mo'. In de laatste Malmberg-jaren (2008-2009) stond 'Victor & Vishnu op de Vies Planeet' van Jeroen Funke op de achterkant.
Oktoknopie van Gerard Leever
Oktoknopie en Cor Daad
In Taptoe zagen we meer echte strips verschijnen. Vanaf 1985 is 'Oktoknopie' van Gerard Leever jarenlang hét gezicht van Taptoe. Ook 'Cor Daad' van Hanco Kolk was in de jaren '80 en '90 een van de bekendste Taptoe-figuren. Verder plaatste Taptoe de strip 'Lotje' van Luk De Maeyer en pagina's als 'Bas Toverbal' van Bert Witte en 'Kasteel Heibelsteyn' van ene Deibel in de jaren '80.
Cor Daad
Typex, die nu voornamelijk bekend is door zijn illustratiewerk, maakte in die periode onder zijn eigen naam strips voor Taptoe. In latere jaren konden ook 'Professor Oja-Aha' van Roel Venderbosch, 'Roboboy' van Luc Cromheecke, 'FC-KIKS' van Richard Bijloo en Els Deckers en 'Obilobi' van Quincy Renon en Pascal Oost aan het rijtje worden toegevoegd.
Professor Oja-Aha, door Roel Venderbosch
Recente ontwikkelingen
In september 2005 keerde een oude bekende weer terug: Jippo! Het nam zijn oude plekje tussen Okki en Taptoe weer in en richtte zich op kinderen in groep 4. Jeroen Funke van het Lamelos-collectief ging op de solotoer met diverse illustraties en de strip 'Strippo'. Ook ckoe en Herman Roozen waren present met hun teken/fotostrip 'Koen', en Floris Oudshoorns 'Swamp Thing' was onder de naam 'Swamp & Zo' ook van de partij. In juni 2008 verdween het blad alweer.
Strippo, door Jeroen Funke (Jippo 11, 2008)
Toen de jeugdbladen van Malmberg in 2009 werden ondergebracht bij Blink Uitgevers was het tijd voor een radicale restyling van zowel Okki als Taptoe. Het merendeel van het tekenwerk van Okki werd uitbesteed aan het Tekenteam, een studio voor beginnende tekenaars. De hoofdfiguur Okki is nu een jonge astronaut, die samen met zijn varkentje avonturen beleeft op andere planeten. De stripjes werden geschreven door Margreet de Heer en later door Johan de Rooij.
Okki voor en na de "omwenteling". Nummer 13 van 2008 en 11 van 2009
Ook Taptoe werd flink aangepakt. De oude strips verdwenen - 'Oktoknopie' van Gleever verdween na bijna 25 jaar trouwe dienst - en het blad werd "conceptueel gebaseerd op een adventure game". Website en tijdschrift zijn sindsdien onlosmakelijk met elkaar verbonden met het doel "kinderen uit te dagen hun talenten te ontwikkelen". Tekst en tekenwerk voor het nieuwe concept worden verzorgd door Robbert Damen en Sander de Fouw.
Als we alle voorgangers meerekenen, vierden Okki en Taptoe in 2011 hun honderdjarig bestaan. Van geïllustreerde wekelijkse jeugdbladen met een sterk Katholieke boodschap hebben beide bladen zich ontwikkeld tot maandelijks verschijnende multimediale concepten, die conform de onderzoeken en berekeningen helemaal aansluiten bij de wensen en nukken van de jeugd van nu. Op naar de volgende honderd jaar?
Voor Taptoe duurde deze transformatie in ieder geval niet lang. In augustus 2016 verscheen het allerlaatste nummer. De trouwe Taptoe-lezers kunnen hun heil verder zoeken bij Wild van Freek, een nieuw tijdschrift dat een kijkje geeft in het leven van 's Neerlands bekendste avonturier, Freek Vonk. Of dit blad net zo'n lang leven beschoren is als zijn voorganger, zal de toekomst uitwijzen!
In Almere werd een straat naar Okki vernoemd, als onderdeel van de Stripheldenbuurt.
Externe links:
www.okki.nl
www.taptoe.nl